United States or Serbia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Men heeft armen, maar geen arbeid! men heeft goeden wil, maar geen werk! Ik weet niet, hoe de regeering hieromtrent handelt, maar op mijn woord van eer mijnheer, ik ben geen jakobijn, geen slecht burger, mijnheer, ik wensch haar niets geen kwaad; maar zoo ik een der ministers was, 't zou, zoo waar ik leef, anders gaan. Bijvoorbeeld, ik wilde mijn dochters het doozen maken laten leeren.

Alzoo zouden zekere geniale, zekere zeer verheven menschen, sterrenmenschen, zich kunnen bedriegen? Zou, wat hierboven, in het toppunt, aan de spits is en op de aarde zoo veel licht werpt, weinig, slecht, niet zien? Is dit niet om te vertwijfelen? Neen. Maar wat is er dan boven de zon? God. Den 6 Juni 1832 was tegen elf uren 's morgens het Luxembourg, eenzaam en ontvolkt, bekoorlijk.

Sta op, mijne liefste, mijne schoone, kom hierheen; want zie! de winter is voorbij gegaan, de regentijd is over; de bloemen ontluiken op de aarde; de tijd der zangvogels is gekomen, en de stem der tortelduiven wordt in het land gehoord.... Kom, zeide zij, ziende dat hij staan bleef. Kom, of ik zou denken dat gij een slecht zeeman zijt. Hij werd verlegen. Wist zij iets van zijn leven op zee?

Ik had je zoo lief. O, hoe kon je je vader zoo bedriegen. Och, wat helpen me al mijn schatten, nu mijn kind slecht is...." "Ga mee," zei Orleman, terwijl de tranen hem langs de wangen liepen, "ik heb medelijden met den man, misschien kunnen we hem later helpen; maar de klomp goud kan hem zijn geluk niet weergeven." En ze gingen verder, zwijgend, vervuld van medelijden met den rijken man.

Erkennen wij ten slotte die wet, die zoo duidelijk spreekt uit de historie der paedagogie en der ontwikkeling, dat, opdat de onderwijzer wete wat goed en wat slecht is, de leerling de volle vrijheid moet hebben zijne ontevredenheid te uiten, of minstens zich af te kunnen wenden van de ontwikkeling, die hem instinctief niet bevredigt; erkennen wij dat het kriterium enkel en alleen is de vrijheid."

"Het denkbeeld is niet slecht", antwoordde deze, "maar de grootste voorzichtigheid moet er bij in acht genomen worden." "Ik zelf zal gaan", hernam Max Huber, "en ik zal voorzichtig zijn." "En ik ga mee", zei de voorlooper. "En ik", zei John Cort.

Ze schreide zoo wanhopend en aanhoudend als alleen een kind schreien kan. "O, waarom waren ze zoo slecht tegen hem? Hoe konden ze zoo slecht tegen hem zijn!" De oude vrouw werd ongerust over die overweldigende smart. "Grootmoeder, grootmoeder, o, u hebt 't zeker niet goed verteld, nietwaar? Zóó eindigt 't verhaal toch niet. Zóó slecht waren ze toch niet voor den goeden koning.

En waarlijk, Peter was losgebroken! Niettegenstaande de magerte, door slecht voedsel ontstaan, had hij kracht genoeg gevoeld om de deur van zijn schuur open te stooten en met één sprong naar buiten te komen.

En de langzaamheid, de onnatuurlijke deftigheid waarmee tot ijveren werd aangemaand, was zoo opvallend strijdig met het enthousiasme dat zulk een onderwerp vorderde van hem die het koos, dat men zeer zeker een acteur zou gesouffleerd hebben, die zoo slecht in zijne rol ware geweest.

Voorzoover iets slecht voor ons is, is het met onzen aard in strijd. Bewijs. St. VIII v.d. St. Geen ding kan dus door datgene, wat het met ons gemeen heeft, slecht voor ons zijn; maar omgekeerd, voorzoover iets slecht is, d.w.z. St. H.t.b.w. Stelling XXXI. Voorzoover eenig ding met onzen aard overeenkomt, is het noodzakelijk goed. Bewijs. Het zal dus noodzakelijk òf goed òf onverschillig zijn.