United States or Comoros ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aan de Baden van Titus en het Colosseum nog immer niet geheel voltooid werd gewerkt; de voller volde zijn toga's, de slavenkoopman voerde steeds andere slaven ter markt; de copiïsten van Tryfo schreven geen tituli meer of didascalia maar de allerlaatste epigrammen van Martialis op de Spelen in kleine boekjes over, die overal werden verkocht in de Argiletische wijk.

Welk huis, welk huis?? riepen allen, die bezorgd waren om verwanten, vrienden. Het huis van den voller! riep het rondom. Het huis waar Autronius woont, den slavenkoopman! Alle heilige goden van den Olympus!! riep de dominus. Dat is waar ik woon!! Ingestort! verzekerden wie het wisten en knikten de koppen. Dat is waar mijn caterva is gehuisvest! riep de dominus radeloos. Wanneer is het ingestort??

Vol zorg zat de dominus neêr en iedereen, die voorbij ging, had een goed woordje voor hem: Taurus en de meiden, Alexa en Gymnazium; Nilus zelve hield veel hem gezelschap; de voller en Autronius, de slavenkoopman, kwamen ook wel eens een worstje gebruiken met een kroes Nomentaner. Er was sympathie heen om den dominus en de dominus werd er ontroerd door.

Een dief, die mèt hem was.... meende de slavenkoopman. De dief? Neen, deze slaaf hier!! was de voller bijna zeker. Neen, de dièf!!! schrilden de Gallen. Dus hij....? riep het uit de slagers en warmoeziers. .... zoû onschuldig zijn....?? klonk het overal. .... Sst! De verklikkers.... fluisterde het. De verklikkers! De verklikkers....! Allen zwegen.

Wat al ontroering, dien volgenden morgen, dadelijk op straat, voor het huis van voller en slavenkoopman, toen de caterva, mèt Cecilius en Cecilianus dit maal, hun woning verliet, allen te zamen, om te baden in de Thermen van Titus, om iets te eten, om daarna te repeteeren. Ten eerste de ontroering, die ging door de straten, omdat er die nacht een moord was gebeurd in de Carinæ en een inbraak; meer bizonderheden ontbraken nog: de misdadigers waren gevat, zei de een; zij waren ontvlucht, beweerde de ander. Dan de ontroering in de caterva zelve, dat de Bacchides toch zouden worden opgevoerd.... Misschien de Bacchides èn de Menæchmi beiden, had de dominus met gezag verklaard, terwijl de slavenkoopman, Autronius, dit maal een troep van twaalf buitenlandsche slaven en slavinnen, meest Daciërs, ter markt zoû geleiden en de voller in den blanken weêrschijn van zijn uitgehangene toga's op den drempel van zijn winkel verscheen om Lavinius Gabinius te begroeten. Intusschen trok de "paraziet" den dominus ter zijde, en tusschen de bolderende karren vol marmerblokken, door muilen getrokken, onder een geklikklak van zweepen der karrevoerders, poogde de "paraziet" zijn dominus fijntjes te bepraten.... Zoû het toch werkelijk niet beter zijn, meende de "paraziet",

Het krioelde en joelde er en de stemmen woelden door elkaâr. Het was daar aan het einde van het Velabrum een soort baziliek, zuil-overdakt, waar de slavenkooplui hunne slaven ten toon stelden. Zij betaalden voor hunne standplaats, zooveel voor iederen slaaf. De dominus trof er den slavenkoopman Autronius, die over den voller woonde, aan wien behoorde het huis, waar de grex inwoonde.

.... Ja, riep Cecilius zijn broêr in de rede; achter de Suburra, in het huis met de vijf verdiepingen, waar de voller...., rechts.... En links de slavenkoopman!! riep Cecilianus achter zijn hand den cliënt na, die zich weg haastte.... Kunnen jullie d

Er waren drie zwarte Nubiërs bij en een zeker zeer kostbare slavin: zij was geheel gesluierd. Roetkoppen! lachten de jongens de negers uit. Laat je wit vollen bij den voller hier!! En de volsters wierpen met krijtwater en de jongens spuugden terug. De slavenkoopman schold, omdat het krijtwater even spette over de fijne sluiers van de kostbare slavin. En de volsters lachten.

Wel, zoo even nog.... Ik meen, toen we onze kamertjes gehuurd hadden in het hooge huis, daar achter.... Toen moest ik toe zien op de berging van onze kisten en koffers, die zijn vol requizieten en maskers en manuscripten en die staan opgesloten beneden in huis, bij den slavenkoopman. Ach, vriend caupo, je weet niet half wat er te doen is om zoo een grooten grex van Neapolis naar Rome te krijgen. Op mij komt alles neêr: de correspondentie met den prætor en de ædilen, op te letten, dat