United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wanneer men hen vraagde naar de schepping der wereld, antwoordden de Noorsche skalden of dichters, wier zangen in de Edda's en Saga's zijn bewaard, dat in het begin, toen er nog geen aarde was, noch zee, noch lucht, toen duisternis op alles rustte, er een machtig wezen bestond, genaamd Alvader, dien zij vaag beseften als ongeschapen en onzienlijk, en dat, wat hij wilde, gebeuren moest.

De bedoeling was: gastvrijheid aan te bevelen; daarom worden in beide geschiedenissen zij, die zich humaan betoonden, rijkelijk beloond, en in de Noorsche mythen wordt de les versterkt door de bestraffing die Geirrod ontvangt, daar de skalden in poëtische gerechtigheid geloofden en zagen dat deze zorgvuldig werd uitgemeten.

Ook de troubadours der Franschen uit de middeneeuwen, hebben wellicht in de Barden der Galliërs, die met de Rhapsoden der Hellenen en de Skalden van het Noorden vergeleken kunnen worden, hunne voorvaderen en gedeeltelijk hunne modellen gehad.

Zonder omwegen ging Frithiof vóór hen staan en deed moedig zijn verzoek, er bij voegend dat de oude koning hem altijd had lief gehad en zeker zijn bede zou toegestaan hebben. Geen vorst was mijn vader, noch eêl van geslacht: Toch zingen de skalden van wat hij volbracht, De Rune noemt 't werk Volvoerd door mijn stam op bebeitelde zerk.

Longfellow's Saga van koning Olaf. In de oude sage vertellen de skalden met groot genoegen elke phase van aanval en verweer gedurende het gevecht, en beschrijven elken slag die gegeven en ontvangen wordt, terwijl zij met voldoening stilstaan bij het bloedbad en de donkere vlammen, die beide vijanden en schepen in gemeenschappelijken ondergang omhullen.

Latere skalden kozen afzonderlijke gebeurtenissen tot onderwerp hunner liederen, zoo b.v. de klacht van Goedroen bij Siegfrieds lijk, waarin de dichter het moment psychologisch doorgrondde.

In bepaalde direkte verbinding met de Ierse sagen kwamen de veroveraars niet te staan, maar er bestond in Wales een overeenkomstige poëzie, die wij nog in haar vorm van vóór 1100 kennen, n.l. in de oudste delen van de oudste manuskripten uit Wales, het zogenaamde »zwarte" en het »rode Boek". Dit zijn ten dele kunstmatige lofzangen over vorsten, strijdzangen, en bardenliederen die, geakkompagneerd door de harp, in de grote feestzaal gezongen werden evenals de Noorse liederen der skalden; ten dele zijn het volkssprookjes: de Mabinogion, op oude sagen en mythen gebouwd.

Daar Bragi de god was van poëzie, welsprekendheid en zang, noemden de noordelijke volken de poëzie ook naar hem, en Skalden van beide geslachten werden dikwijls aangeduid als Bragi-mannen of Bragi-vrouwen.

De sage beschrijft nu de lange, vreedzame winters, als de helden feest vierden en luisterden naar de verhalen der skalden, terwijl zij zich enkel opmaakten tot krachtige daden als de terugkeerende lente hen weer toestond hun drakenschepen van stapel te laten loopen en opnieuw hun zeerooverstochten te beginnen.

Het volk had de gewoonte in zijn heiligdom bijeen te komen bij feestelijke gelegenheden, de zangen der skalden te hooren, die voor hun spel beloond werden met gouden braceletten of armbanden, die aan hun einden opkrulden en "Odin's slangen" heetten.