United States or El Salvador ? Vote for the TOP Country of the Week !


De sinistere wind woei boven mij; het geheele woud scheen te leven van reusachtige houthakkers en takkebossen, van reusachtige molensteenen, die duizelingwekkend snel draaiden, van uilen en vampyrs, en zoowel takken, zwiepende, als wolken, zwierende, schenen vol krijtende kinderkopjes. En ik vluchtte, ik vluchtte voort.... Ik vluchtte, verwilderd, die geheele nacht.

Het was een Zondag tegen het einde der maand een rampzalige dag en een sinistere datum. Het binnenkomen van Médicis werd derhalve met een luid Hoera begroet, want ze wisten, dat de Jood te gierig was met zijn tijd, om dien met beleefdheidsbezoeken te verspillen. Zijn komst was dan ook steeds een zeker bewijs, dat er zaken te doen waren. "Goedenavond, heeren!" zeide de Jood. "Hoe gaat het?"

Hij wordt toegelaten tot het gesticht, achter hem sluiten de zware deuren zich knarsend: de vogel is geknipt. Hij vindt er arme schooiers als hij is, maar ook sinistere gezellen, uitvaagsel van alle landen, die het bekeerd-worden als ambacht bedrijven. Hij wordt zich de lafheid bewust van wat hij gaat doen: om brood van geloof veranderen.

In de taveerne van Nilus waren zij nièt geminacht, werden zij broederlijk ontvangen, welkom geheeten. En waarom ook niet! Was Nilus zelve niet maar een vreemdeling èn een caupo, dus ook een "veracht" bedrijf-uitoefenaar; was onder deze zuipers wel éen "geachte" Romeinsche burger te vinden; waren dit niet allen "verachte" schepselen: deze gladiatoren, deze matrozen, dit naamlooze volk van Suburra-bezoekers, déze dieven, weggeloopen slaven, deze Christenen? Dat sinistere troepje daar ginds: een beul tusschen zijn twee geeselslaven en de lijkedragers, die zich bij hen hadden gevoegd somber keken zij over hunne kroezen, meestal stilzwijgend, nu en dan met een enkel donker woord gefluisterd tusschen hunne barre, barsche, stoppelgebaarde smoelen van ruwe mannen, hun verweerde koppen ruig donker doemende uit den walm van vette keuken- of lampenolie en stoom uit druipnatte kleêren hadden zij en hunne gelijken wel het rècht komedianten te minachten? Neen, zij gevoelden zich gemeenzaam met hen; zij schikten hun plaatsjes in; zij stonden hun hunne kroezen af, nu Nilus er te kort kwam en de komedianten, om hun alleen intellectueelen trots, verbroederden dadelijk, gevoelden zich dadelijk thuis met de gemakkelijkheid van overal door heen rollende zwervers, sloegen blijmoedig kwinkslagen, joligden, zèlfs met de Gallen, die de anderen meestal noóit anders dan met een snauw van zich af duwden. Want de Gallen, d

Wie op een mooien Septembermorgen tusschen de korven drentelt, zal opmerken hoe verscheidene van die sinistere figuren om het vlieggat van een korf zwermen, of er ongemerkt in trachten binnen te dringen. Ze worden echter aanstonds ontdekt en er ontstaat een plotseling opstootje als de korfwachters de insluipers aanvallen en ze verjagen. Hun bedoeling is duidelijk.

Ik keek eens rond onder 't gedrukte voorgalerijtje met zijn blauw gekalkte wanden en zijn kapotte keuken-vloertegels, ik ging eens in de sinistere kamertjes, waar overal dat blauw en die tegeltjes als in een armoedig huisje mij vervolgden.

Heel in de verte gromde af en toe, als een sinistere begeleiding, de zware, doffe stem van het kanon. Toen zag men dat er velen weenden. Zij weenden in stilte, met groote, starre oogera en lippen die bibberden. Maar de officieren, die dat merkten, liepen kwaadaardig-gejaagd heen en weer en plotseling klonk kort en bar 't bevel: Singen! Een droef gezang steeg aarzelend op.

Hoe is 't mogelijk, daar beneden, in dat duffe hol te willen zitten, als men hier in volle frissche vrijheid kan genieten! Wat lijkt het klein, klein, armzalig klein, van zoo hoog en van zoo verre! Zou die sinistere Amerikaan daar nu nog zitten, naast zijn vleezige, vulgaire juf, met zijn scheeftrekkende kinnebak en zijn stapels goudstukken?

De oude partij-grenzen werden overschreden en uitgewischt en maakten plaats voor deze nieuwere belangen, en de strijd werd gevoerd tusschen de partij dergenen die wilden schipperen, die kleine politieke mannetjes het Voedsel wilden laten controleeren en regelen; en de partij der reactie voor wie Caterham sprak, steeds sprekend met een sinistere dubbelzinnigheid, zijn bedoeling kristalliseerend nu eens in dezen dreigenden zin, en dan weer in een anderen; nu eens zei hij, dat men "den reuzengroei der bremstruiken moest snoeien," dan weder dat men een "middel tegen olifantiasis" moest zien te vinden, en eindelijk, aan den vooravond der verkiezingen, dat men de "netel moest aanpakken."

Hij deed het eindelijk, maar onder heftig protest en met de herhaalde bedreiging, dat hij hun tronies onthield en dat hij hen later onmeedoogend bij de overheid zou aanklagen. De schoelies dankten en groetten en verdwenen in de donkere gaping van een slop. Zij hadden de sinistere stad verlaten en reden over een rechten steenweg door het open veld.