United States or Sint Maarten ? Vote for the TOP Country of the Week !


Door de vestibule, waar de beroemde marmeren ever is, gaat het eerst naar de oostelijke galerij, waar een mijner heiligste doeken hangt: de Annonciatie van Simone Martini en Lippo Memmi, van Siena. Als men bedenkt dat dit stuk dateert van 1333, evenals de fijn-religieuze heiligen St. Ansan en St.

SIMONE: Ik ben benieuwd, Heer Guido, of mijn zwaard Beter gehard is dan dit staal van u. Lijkt u de proef? Of is mijn stand te laag Voor u om uw rapier met 't mijn te kruisen, In scherts of ernst? GUIDO: Niets zoû mij beter lijken Dan met naakt lemmet over u te staan In scherts of ernst. Geef mij mijn eigen zwaard. Haal 't uwe.

GUIDO: En als 'k eens vroeg Om blanke Bianca hier? SIMONE: Gij spreekt in scherts, Heer. Zij is zoo groot een prins als u niet waardig. Ze is enkel goed voor huishoudwerk en spinnen. Niet-waar, vrouw-lief? Het is zoo. Zie maar hier. Uw rokken wacht u. Zet u neêr en spin. Een vrouw moet altijd bezig zijn in huis, Want leedge handen maken 't hart lichtzinnig. Ga zitten, zeg ik.

GUIDO: Schoone Bianca, wees gerust: ik koop Zijn kleed en alles wat de eerzame koopman Nog meer kwijt wil. Een prins betaalt zijn losgeld, En een geluk is 't als een hoog heer valt In zulk een eedlen vijands blanke handen. SIMONE: Ik sta beschaamd. Maar, dus de koop gaat door? De koop gaat door, niet? Vijftig duizend kronen Is nauwlijks eigen geld. Maar gij, Heer, geeft Slechts veertig duizend.

BIANCA: Wat moet 'k spinnen? SIMONE: Spin Een kleed en verf het purper, dat Verdriet Mag dragen tot haar troost een sprei met franjen Waaronder een onwelkom zuigeling Onbemerkt kreunen kan een keurig laken Kostlijk doorgeurd met reukig kruid, waarin men Een dood man wikklen kan ... Spin wat gij wilt: Mij goed.

En als uw zaken u naar buiten roepen, Zal 'k bij haar zitten en haar droefheid troosten, Dat zij niet al te zeer u missen mag. Dat's afgesproken, vriend Simone? SIMONE: Heer, Gij doet mij zoo hooge eer aan dat mijn tong Als die eens slaafs gebonden niet kan uiten 't Woord dat zij wilde. Toch, u niet te danken Ware al te lomp van mij.

Slaapdronken in hun torens Liggen de wachten, die de bleeke maan Plagen met holle horens. Blijf nog wat. 'k Vrees dat we u hier niet zullen wederzien. En die vrees maakt mijn simpel hart bedroefd. GUIDO: Wees niet bezorgd, Simone. Meest standvastig Zal 'k blijken in mijn vriendschap. Maar vanavond Ga 'k naar mijn eigen huis, en dat terstond. Tot morgen, Bianca. SIMONE: Goed. Uw wensch is wet.

GUIDO: Weg uw handen! Weg uw verdoemde handen. Laat los, zeg ik. SIMONE: Neen, in zoo'n handge schroef zijt gij gevangen Dat niets meer u kan redden, en uw leven Tezaamgedrongen in éen stip van schande, Eindt met die schande, en allerschandelijkst. GUIDO: O laat me een priester hebben vóor ik sterf! SIMONE: Waarvoor wil jij een priester?

Calandrino, die zoo hoorde spreken, dacht bepaald, dat hij ziek was en ongerust vroeg hij hem: Wat te doen? Bruno sprak: Ga naar huis en te bed, laat u goed toedekken en uw water naar onzen vriend, maestro Simone, brengen. Hij zal u dadelijk zeggen, wat er gebeuren moet en als er iets te doen is, willen wij dat op ons nemen.

GUIDO: Simone, Uw roekelooze tong roept om den breidel. En dan vergeet gij 't bijzijn van Mevrouw hier Wier teedere ooren zeker niet gestemd zijn Op zoo platte muziek. SIMONE: 't Is waar, 'k vergat het. Het zal niet meer gebeuren. Maar gij koopt dus, Mijn goede Heer, het gala-kleed. Niet-waar? Maar veertig duizend kronen. 'n Bagatel Voor iemand die Giovanni Bardi's erf is.