United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Tot mijn spijt kan ik niet," zeide Sidonie, op de speeltafel wijzend. "En hoe staat het?" vroeg zij den bankhouder. "Er staan zes louis," antwoordde deze, terwijl hij de kaarten schudde. "Ik zet er twee," riep Sidonie. "Goed, ik ben niet trotsch, ik begin ook met twee," antwoordde de bankhouder, die reeds verscheidene malen gepast had.

Rodolphe boog zich wat voorover, om te zien, vanwaar die uitbarsting van vreugde kwam, en hij bemerkte, dat hij opgemerkt was door de bewoonster van de verdieping beneden hem: mademoiselle Sidonie, de jeune première van het Théâtre du Luxembourg.

"Wat! Begint hij nu al te vragen!" dacht Sidonie, terwijl zij Rodolphe wat belangstellender opnam. "O, die Turken! Men zegt, dat zij wispelturig zijn, maar wel gezellige menschen. Spreek mijnheer!" zeide zij, terwijl zij naar Rodolphe opkeek; "wat wilt u?" "O, mademoiselle, in naam der Christelijke barmhartigheid smeek ik u om wat tabak: in geen twee dagen heb ik gerookt. Eén pijp maar ...."

Na vijf minuten was er een verbinding tusschen de twee kamers tot stand gebracht. "Helaas!" zeide Rodolphe; "het gat is wel klein, maar er is toch nog altijd ruimte genoeg, om u mijn hart er doorheen te kunnen reiken." "En nu," zeide Sidonie, "gaan we eten. Dek bij je, dan zal ik u den schotel geven."

En zij zon op een voorwendsel om een gesprek aan te knoopen met Rodolphe, die van zijn kant niets liever wilde. "Lieve God!" riep mademoiselle Sidonie uit, alsof zij tegen zichzelf sprak, "wat vervelend toch, nu heb ik geen lucifers."

Deze aardige vleierij beleefde nu minstens haar honderdsten druk, maar mademoiselle Sidonie vond ze desniettemin prachtig. "U vleit me," meende ze te moeten antwoorden. "Ah, mademoiselle, ik verzeker u, dat u mij even bevallig toeschijnt als de drie Gratiën!" "Ali Baba is beslist zeer galant," dacht Sidonie .... "Bent u werkelijk een Turk?" vroeg zij dan aan Rodolphe.

Den volgenden ochtend kon Rodolphe, dank zij een heerencostuum, dat Sidonie hem gegeven had, uit het huis van zijn oom ontsnappen .... Zijn eerste tocht was naar den vertegenwoordiger der Académie des Jeux floraux, om een gouden hondsroos in ontvangst te nemen ter waarde van honderd daalders, die bijna zoo lang leefden als de rozen plegen te leven.

"Schrijf ze maar in je memorie pro memorie," zeide Sidonie woedend, dat zij verloren had. "Dat maakt dan vijfhonderd francs, kleintje," zeide de bankhouder." Je zult de duizend wel bereiken. Ik geef." Sidonie en Musette praatten zachtjes met elkaar. Het spel ging door. Ongeveer op hetzelfde uur gingen de bohémiens aan tafel. Gedurende het geheele dejeuner was Marcel opvallend onrustig.

En hij bond zijn pijp aan een touwtje en liet haar zakken op het balcon, waar mademoiselle Sidonie haar eigenhandig goed vol stopte, waarna Rodolphe haar, d. w. z. de pijp, weer langzaam en voorzichtig opheesch, wat zonder ongeval gelukte. "O, mademoiselle," zeide hij tot Sidonie, "wat zou die pijp mij nog lekkerder smaken, indien ik ze aan het vuur van uw oogen had kunnen aansteken."

"Ze zal hem dan vanavond bij haar thuiskomst vinden en morgen komen. Morgen hebben we ook nog vuur. Want komen zal zij. Tot morgen dus." En in zijn hoekje sliep hij in. Op hetzelfde oogenblik, dat Marcel van haar droomde, verliet Musette het huis van madame Sidonie, bij wie zij tot zoo lang gebleven was.