United States or Germany ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarna liet Setne geen tijd verloren gaan, om den Pharaoh over alles, wat Se-Osiris gedaan had, in te lichten en zoo verlicht werd het hart van den koning, dat hij een groot feest, ter eere van Setne en diens jongen zoon, liet aanrichten. Hierop liet de Pharaoh den Aethiopiër roepen.

Hij begon de toover-papyri met de priesterschrijver in "Het dubbele huis des Levens" van den tempel van Ptah te lezen en zijn geheele omgeving verbaasde zich ten zeerste over hem. Setne was hierover zoo verheugd, dat hij zijn zoon naar den Pharaoh geleidde, naar het feest, opdat alle toovenaars van den koning met hem zouden wedijveren en hun minderheid zouden erkennen.

Als antwoord op zijn kritische opmerkingen aangaande de uitwerking der toovenarij, bood Setne hem aan hem naar een plaats te brengen, waar hij een boek zou vinden, dat magische kracht bezat, door Thoth zelf geschreven; het bevatte twee machtige tooverspreuken; de eerste was in staat het gansche heelal te betooveren en was zoo krachtig, dat alle dieren, vogels en visschen door hem bevolen konden worden.

Setne vertelde hun, dat hij het boek wenschte mede te nemen, doch Ahura, de vrouw van Nefer-ka-Ptah verzocht hem dit niet te doen en vertelde hem, dat het bezit daarvan reeds aan anderen ongeluk opgeleverd had.

Even later keek hij nog eens naar buiten en zag toen, dat men het lichaam van een landbouwer, in een mat van stroo gehuld, voorbij voerde, zonder dat iemand het vergezelde, om hem te beklagen. Toen Setne dit zag, riep hij uit: "Bij het leven van Osiris, den god van Amenti, moge ik naar Amenti komen, zooals deze rijke man, geëerd en beklaagd en niet als de landbouwer, alleen en reeds vergeten!"

Heur haar is donkerder dan de duistere nacht, donkerder dan de bes van de zwarte aalbessenstruik. Haar tanden zijn harder dan de vuursteen aan den sikkel, elk van haar borsten is een krans van bloemen, zich strak aan haar arm zich aansluitend". De ware Geschiedenis van Setne en zijn zoon Se-Osiris .

Terwijl Setne zich verwonderde over alles, wat hij in het rijk van Amenti zag, sprak zijn zoon tot hem: "Mijn vader, ziet gij dien hooggeplaatsten man, in fijn linnen gekleed, bij Osiris staan? Herinnert gij u wel dien boer, dien gij uit Memphis zaagt dragen, zonder dat iemand hem vergezelde, terwijl zijn lijk in een mat gewikkeld was? Nu, dat is de man, die thans aan Osiris' zijde staat!

Toen zij de vierde binnengingen, zag Setne een massa menschen, die heen en weer snelden en van schrik ineenkrompen, als wezens hen van achter aanvielen; anderen, uitgehongerd, sprongen omhoog, om het voedsel te bereiken, dat boven hen hing, terwijl weer anderen kuilen groeven, om hen te verhinderen hun doel te bereiken.

"Vader", antwoordde hij, "ik lach, als ik U daar bedroefd in Uw hart zie zitten, om zulk een nietige oorzaak. Ik zal den brief van den Aethiopiër, zonder het zegel te verbreken, lezen". Toen Setne dit hoorde, stond hij onmiddellijk op. "Welk bewijs kunt gij mij voor Uw bewering geven, mijn zoon".

Wij komen b.v. in een tooverspreuk den volgenden zin tegen: "Ik ben degeen, dien gij in de Syrische taal aanwijst, de groote God, Zaalaêr, Iphphon. Minacht den Hebreeuwschen naam Ablanathanalb, Abrasilôa niet". Het verhaal van Setne.