United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoowel in Vuurland als in de Andes merkte ik herhaaldelijk op, dat waar het gesteente gedurende het grootste deel van het jaar met sneeuw bedekt was, het op zeer buitengewone wijs in kleine hoekige stukken was gesplinterd. Scoresby heeft hetzelfde feit op Spitsbergen waargenomen.

Dikwijls zag men IJsberen op deze wijze te midden van het overigens ijsvrije water op grooten afstand van de kust voortdrijven. Soms komen zij tot troepen vereenigd voor. Scoresby bericht, dat hij eens op de kust van Groenland wel 100 IJsberen bijeenzag, waarvan er 20 gedood werden. Het onbewoonde eiland St.

De IJsbeer is over 't geheel genomen log van beweging, maar in de hoogste mate volhardend. Dit blijkt vooral bij 't zwemmen, in welke kunst deze Beer meesterlijk ervaren is. De snelheid, waarmede hij zich uren achtereen op gelijkmatige wijze, zonder bijzondere inspanning door het water beweegt, wordt door Scoresby op 4

Ik kan hier de opmerking van Scoresby bijvoegen, dat in een bepaald gedeelte der N.-IJszee altijd groen water wordt aangetroffen, waarin een overvloed van pelagische diervormen. Weinige dagen na onze aankomst, maakte ik kennis met een Engelschman, die zijne plantage ging bezoeken, welke iets meer dan honderd mijlen van de hoofdstad ten noorden van Kaap Frio was gelegen.

Naar men zegt bewoont deze soort, of eene met zeer overeenkomstige eigenschappen, één enkel koraaleiland in den Stillen Oceaan, noordelijk van de Gezelschaps-Eilanden. Als een bewijs hoe verbazend sterk het voorste paar scharen is, wil ik vermelden, dat Scoresby eens een kreeft in een sterken tinnen trommel opsloot, waarin beschuit geweest was, en het deksel met metaaldraad omwond.

De meest typische vorm van deze familie en tevens de belangrijkste van alle Cetaceën is de Noordsche of Groenlandsche Walvisch, de Bow-head van de Amerikaansche walvischvangers (Balaena mysticetus), een wanstaltig schepsel, dat in al zijne lichaamsdeelen wanverhoudingen vertoont. De neiging tot overdrijving van vreemdsoortige verschijnselen, die alle menschen aangeboren is, blijkt duidelijk uit de vroegste berichten over dezen van oudsher beroemden Walvisch, waarin aan dit dier afmetingen worden toegekend, vele malen grooter dan die, welke door latere onderzoekers opgegeven worden. Reeds in de mededeelingen van de zeelieden, die zich voor drie of vier eeuwen met de walvischvangst bezig hielden, wordt geen melding gemaakt van Walvisschen, langer dan 20 M. Scoresby, die getuige was van de vangst van ongeveer 320 Walvisschen, vond er geen enkele bij, die langer was dan 18 M. Pechuel-Loesche geeft van een ten noorden van de Bering-zee gevangen Noordschen Walvisch de volgende afmetingen op: lengte 16.4 M., breedte van de staartvin 6.7 M., lengte van den grootsten baard 3.25 M. Het lijdt echter geen twijfel, dat men grootere Walvisschen gevonden heeft, en in afgelegen gedeelten van de zee ook thans nog vindt. Karl Giesecke bericht van een in 't jaar 1813 gevangen Walvisch, dat deze ongeveer 20.4 M. lang was. In 't begin van deze eeuw werd er bij Spitsbergen één gedood, die ongeveer dezelfde lengte had, en wiens grootste baarden 5 M. lang waren. Zulke baarden de middelste en de beste van de reeks van 300

Vóór hem had o.a. de Engelschman Scoresby dien gevolgd en was er in het jaar 1806 al tot 81 graden en 30 minuten doorgedrongen. Dat was weer na een periode van rust in het arctische onderzoek, want teruggaande komen we eerst in 1773 bij den grooten Noordpooltocht van kapitein Phipps, den lateren lord Mulgrave, op wiens schip Nelson als vijftienjarig koksmaat diende.

De ontdekkingsreizigers en de walvischvangers hebben roerende voorbeelden medegedeeld van de zelfopofferende liefde van de IJsberin voor hare jongen. "Een berin," verhaalt Scoresby, "die twee jongen bij zich had, werd door eenige gewapende matrozen op een ijsveld vervolgd.

De bewegingen van den Walvisch zijn onregelmatig, maar volstrekt niet langzaam of log. "Het lichaam van den Walvisch, hoe plomp het ook is," zegt Scoresby, "wordt zoo snel en behendig bewogen, dat hij in 5 of 6 seconden buiten het bereik van zijne vervolgers kan komen. Zulk een snelheid behoudt hij echter slechts gedurende weinige minuten.

Nog vroeger beginnende, en in chronologische orde zijn houders van dat record geweest: Willem Barents 77° 20´ , Rijp en Heemskerk 79° 49´ , Hudson 80° 23´ , J. C. Phipps, 80° 48´ , William Scoresby 81° 30´ , Parry 82° 45´ , Nares 82° 48´ , Nares 83° 20´ , Greely 83° 24´ . Dan komen Nansen, Cagni, Peary en nu Cook en Peary.