United States or Saint Lucia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een uitdrukking of een daad, die hem in andere omstandigheden betamelijk zou zijn voorgekomen, scheen hem nu gemeen en was stuitend voor hem. Hij waagde niets, want hij wilde niet achterwaarts treden. Op zijn gelaat lag een zweem van strenge zedigheid. Hij was bedeesd tot schuwheid toe.

Hij genoot, als zij tegen hem lachte en hij vriendschap zag in haar oogen en hij sprak tot haar, zooals hij vroeger tot zijn hondje gesproken had: alles wat in hem opkwam, zonder weifeling of schuwheid. De uren, dat hij haar niet zag, dacht hij aan haar, en elke bezigheid deed hij met de vraag, of Robinetta het goed of mooi zou vinden.

Zij beschouwden hem op een afstand met een soort van eerbiedige schuwheid. Deze zoo armoedig gekleede man, die zoo onverschillig de vijffrancsstukken uit zijn zak haalde en reusachtige poppen aan kleine morspotten op klompen schonk, was zekerlijk een rijk en machtig man. Er verliepen verscheidene uren.

"'k Hei 'n zinkput in me lijf!", klaagde Poddy, gulzig slobberend: "'t loop 'r in en 't loop 'r nie uit! 'k Hei de heele dag nie gemotte." "Is de dokter geweest?" "Ja," zei Rebecca, bij de bedstee leunend. "En?" "En niks," zei ze ontwijkend, met 'n trekje op 'r gezicht, dat ze iets verzweeg voor den zieke. Zonder schuwheid keken ze elkaar aan, in dezelfde bezorgdheid, in dezelfde vrees.

Zij zijn volstrekt niet ongeschikt om getemd te worden maar komen integendeel met den mensch, die er slag van heeft met hen om te gaan, in een bijna vriendschappelijke verhouding; zij leeren althans hun oppasser kennen, en tot op zekere hoogte liefhebben; het duurt echter lang, voordat zij hun aangeboren schuwheid verliezen en hun vroegere gedragslijn veranderen.

"Ik zou wel eens willen weten, wat ze zouden zeggen, als ik aanklopte, en vroeg om binnengelaten te worden," dacht hij. Dat was juist, wat hij van plan geweest was te doen; maar nu was zijn angst over, nu hij de verlichte vensters zag. In plaats daarvan voelde hij opnieuw de schuwheid, die altijd over hem kwam, als hij in de nabijheid van menschen was.

Het geraakt spoedig aan de gevangenschap gewoon, legt de schuwheid, die het aanvankelijk toonde, geheel af en wordt volkomen gemeenzaam met den mensch. Na eenigen tijd vat het een groote genegenheid voor zijn verzorger op: het begroet hem door liefelijk te kweelen, den krop op te blazen en allerlei aardige bewegingen te maken.

Het bleek evenwel later, dat deze schuwheid niet in haar aard lag, maar daardoor ontstond, dat zij nooit teedere zorg en liefde van moeder of zusters had ondervonden en altijd alleen met haar vader geweest was. Het was ook daarom, zooals mijnheer Van N. zeide, dat zij zich zoo vreemd bij zijne vrouw voelde, en bij hem meer op haar gemak was.

Algemeen bekend zijn hunne vreesachtigheid, oplettendheid en schuwheid, minder bekend de listigheid, die zij allengs verkrijgen en die met de jaren tot een werkelijk bewonderenswaardige hoogte kan toenemen. Ook hun lafhartigheid is niet zoo erg, als men meent.

Geen van hen sprak meer met hem zonder zich door angstige schuwheid beklemd te gevoelen en ieder ontweek hem zorgvuldig, want zij wilden tot niets meer verplicht zijn dan tot den scheepsdienst en wat daarbij behoorde.