United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Wel," zei de heer Leblanc, op Jondrette een schuinschen blik slaande, als iemand die op zijn hoede is; "'t is een uithangbord van een of andere herberg, dat misschien drie francs waard is." Jondrette antwoordde heel bedaard: "Hebt ge uw portefeuille bij u? ik zou mij met duizend kronen tevreden stellen."

De lezer heeft het zekerlijk geraden. In de grootste verbazing zag Montparnasse hem na, terwijl hij in de avondschemering verdween. Dit nazien was hem noodlottig. Terwijl de grijsaard zich verwijderde, naderde Gavroche. Gavroche had zich door een schuinschen blik vergewist, dat de oude Mabeuf, die misschien in slaap was gevallen, nog altijd op de bank zat.

Over ’t algemeen genomen werd hij vrij goed ontvangen, en was zijn: „Ik ben Walten, de voormalige komiek van den Schouwburg enz. enz.”, bij de meesten voldoende om hem voor een korte afwijzing te behoeden. Maar ook bitter vernederende oogenblikken moest hij doorleven, en wel dáár waar hij die ’t minste verwacht had. Oude goede kennissen, begunstigers van vroeger, namen met een schuinschen blik op Waltens droevig uiterlijk de lijst aan, zetten er zwijgend hun handteekening op of gaven door een kort: „’k Heb al TE VEEL van die dingen aan de handte kennen, dat zeer niet aan deden”. Een rijk geworden kroeghouder o. a., die zich de weelde veroorloofde om vande kunstte houden, ontving hem met een dikken, plompen lach van genoegen en zei: „Wel, wel! ben jij nou Walten?

Frits lachte, dat de tranen hem over de oogen liepen, en Marie nam Bijou, die met een schuinschen blik angstig naar oom Harmsen zag, op haar schoot en kuste zijn zwarten snoet, terwijl ze half knorrig, half lachend, zei: „Kom jij maar hier, m’n beestje; ik vind je lief, hoor! Stoor je maar niet aan oom Bullebak!

Ik plaag je niet; ik vraag maar of je niet wilt minnekoozen?" "Minnekoozen," hernam hij, met een schuinschen blik vol gramschap, van onder zijn bril uit, en lippen dik van toorn "minnekoos jij zelf!" "Met pleizier, beste vrind! maar de meisjes willen mij niet hebben. Ik ben te leelijk." "Je kunt mooi genoeg praten mijnheer!" zei Pieter, met de tanden op elkaar en bevende van haat.

Niet slechts de pooten, maar ook de vleugels van den Renvogel zijn uitmuntend voor dit doel geschikt. Op de Kanarische Eilanden vangt men hem op zeer eenvoudige wijze. "Een groote, diepe schotel," zegt Bolle, "of een andere steenen pot wordt in een schuinschen stand gehouden door een als lokaas dienende, van verre zichtbare, gele maïskolf, waaraan soms bovendien een Worm is vastgeprikt.

"Wij waren bang dat gij u verveeld zoudt hebben," zeide Lodewijk Blaek met een schamperen lach, terwijl hij tevens een schuinschen blik op mij wierp: "maar wij wisten niet, dat gij gezelschap hadt."

Ons projectiel toch heeft op dit oogenblik nog een schuinschen stand ten opzichte der maanschijf. En de bedoeling is immers op de Maan voet aan wal te zetten?" »Zeer zeker," antwoordde Michel Ardan. »Geduld dan. Door een werking, die ik niet weet te verklaren, maar die niettemin bestaat, heeft ons projectiel neiging om zijn bodem naar de zijde der Aarde te richten.

Rechts achter hem bevond zich zijn eenige zoon, de Heer Lodewijk Blaek, een rijzig, kloek gebouwd jonkman, met groote bruine oogen, een welgevormden mond en regelmatige trekken, welke hem een allergunstigst uiterlijk zouden geschonken hebben, indien er niet in zijn schuinschen blik en in de wijze, waarop hij gewoon was den neus en de onderlip op te halen, iets ware gelegen geweest, dat van hoogmoed en verachting sprak en een onaangename uitdrukking over zijn gelaat verspreidde: en indien niet enkele roode vlekjes, op zijn fletse wangen verspreid, te duidelijk heur herkomst hadden geopenbaard van de menigvuldige brasserijen en nachtwaken, die toen, wat ook een laudator temporis acti moge zeggen, meer in zwang waren dan tegenwoordig.

Suzette schoof het gordijn half open, en ik zag een mooie oude vrouw in hare kalme ruste. Het heldere zonlicht dat door het venster binnendrong, wierp een schuinschen straal op een aangezicht, dat meer en meer van den doodsnik begon te bekomen. De oogen waren gesloten en ingezonken; eenige weinige grijze haren kwamen onder het mutsjen uit, en glinsterden als zilver in den zonneschijn.