United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij zien en verwonderen ons over al het fraaie, dat ons getoond wordt, maar wat in bijzondere mate onze opgetogenheid wekt, is eene sfeer van koper, waarop eene bedreven hand de geheele oppervlakte des aardbols met de graveernaald schetst, naar het voorbeeld van eene houten sfeer, uit den winkel van den grooten aardrijkskundige Blaeu.

In zijne Herinneringen geeft Fet een verhaal van dit bezoek, en schetst tegelijkertijd op interessante wijze Tolstoi's tante en opvoedster, Tatjana Alexandrowna Jergalskaja. Van een' spoorweg was destijds nog geen sprake, maar van de langs den weg geplaatste telegraafpalen zei het volk, dat men daarover een draad zou spannen en er den wil uit Petersburg langs zou zenden.

Het is overal de gewone menselike kant en de anekdotiese scènes die hij het liefst op de voorgrond zet; met bewondering schetst hij de statige Normandiese groten met hun prachtige feesten en schildert hij de familietwist tusschen Willem de Veroveraar en zijn zoon met de bijbelse kleuren van David en Absalon.

Zoo niet dan is die band drukkend, onmenschelijk en immoreel." Over dergelijke onderwerpen schrijft hij, "dat hij nooit uitgesproken zoude hebben." En als hij over een boek van den Noor Bernard handelt, schetst hij in eenige fijngevoelde, ietwat sentimenteele zijdjes het deerniswaardig lot eener oude vrijster. Over godsdienstige vraagstukken rept hij maar enkele malen.

Wie schetst de verslagenheid, welke aller gemoed vervulde, toen de lichten waren ontstoken en de treurige inhoud der letteren aan de omstanders bekend werd. De brief luidde aldus: "Edele graaf! Veelgeliefde pleegvader! "Wanneer gij deze regelen zult lezen, zal ik wellicht reeds ver van de plaats zijn verwijderd, welke mij altijd zoo dierbaar was.

"Gij moest toch eens gaan zien," zeide Tante: "en kom ons dan daarna verslag doen. Joris! laat dien Monsieur in de zijkamer." "Met het verlof van het gezelschap," zeide ik: en oprijzende begaf ik mij naar de zijkamer; maar wie schetst mijn verbazing, toen ik zag, dat de man, die op mij wachtte, niemand anders was dan Zwarte Piet, in propria persona.

Hoor, de redenaar schetst het: De beeke volgende naar heur einde, wijst zij u gedenktekenen der oudheid aan: ginds een heuvel waar in vroegere eeuwen het heidendom de asch zijner dooden begroef; of verder nog den boom, die spreekt van de Christen-kapel de eerste misschien in deze oorden gesticht.

Een staaltje daarvan schetst hij in zijne ontmoeting met arme muzikanten: "Ik heb uitgaande en zelfs thuiskomende nog van mijn armoedje hulp verleend, en het was mij een bitter genoegen daarbij als het ware tot God te zeggen: Zie, hoe ik handel. O 't is wreed!"

In scherpe trekken schetst hij den toestand der vloot en eindigt met te zeggen: "Meer dan vijftig schepen bevinden zich bij de Engelsche vloot, die beter zijn dan het beste schip der Vereenigde Provinciën!" Men houdt van dit verslag getrouw aanteekening.

Deze omgeving schetst hij met scherpe humor; hij laat zien hoe bekrompenheid van woning samenhangt met die van lichaam en ziel: "begrippen van deugd, zedelijkheid, godsdienst zijn veelal geschoeid op de leest van de ruimte waarin men zich bewoog", en "er bestaat 'n zeer innige verwantschap tusschen de benauwde tweede-achter-verdiepingsche denkbeelden, en de bekatechiseerde stofferigheid van zoo'n omnibus-bedstede.