United States or Montserrat ? Vote for the TOP Country of the Week !


Samébito gaf een kreet van vreugde en sprong op de leuning van de brug, terwijl hij zeide: "Vaarwel mijn meester! De Drakenkoningen roepen mij"! Met die woorden sprong hij van de brug, en keerde weer naar zijn oude woning terug.

Van dat oogenblik af heb ik mij vreeselijk ongelukkig gevoeld, zonder een schuilplaats, en niet in staat voedsel te krijgen. Heb medelijden met mij, brave Heer! Vind een schuilplaats voor mij, en geef mij wat te eten." Het gemoed van Totaro werd bewogen door den ootmoed van Samébito, en hij bracht hem naar een vijver in zijn tuin en gaf hem een ruimen voorraad voedsel.

Een paar weken lang trachtte Wasobioye zijn gastheer te onderwijzen in de leerstellingen der oude wereld, waar hij van daan kwam, maar de reus lachte hem uit en zeide hem, dat zulk een dwerg niet kon geacht worden de gebruiken van groote menschen te begrijpen, daar hun verstand in overeenstemming moest zijn met hun grootte. De Juweelen-tranen van Samébito.

Nu zijn uw tranen in juweelen veranderd, en daarmede zal het meisje mijn vrouw worden." Totaro ging gretig voort met het tellen der juweelen. "Niet genoeg! Niet genoeg!" riep hij met ontzaglijke teleurstelling uit. "Ach, Samébito, wees zoo goed en huil nog wat langer!" Die woorden maakten Samébito boos. "Denkt ge, dat ik als een vrouw kan huilen, zoo dikwijls als ik wil?

Ik zal in het leven blijven!" zoo riep hij opgewonden van vreugde, uit. "Mijn beste vriend, gij hebt mij ruimschoots het voedsel en de beschutting vergoed, die ik u heb gegeven. Uw wonderbaarlijke tranen hebben mij onbeschrijfelijk veel geluk gebracht." Daarop hield Samébito op met weenen, en hij vroeg zijn meester, hem wel de oorzaak van zijn spoedig herstel te willen mededeelen.

Samébito ontving het bericht van de ziekte van zijn meester; zoodra hem nu dat treurige nieuws bereikte, verliet hij den vijver in den tuin en kwam de kamer van Totaro binnen. Totaro sprak niet meer over zijn eigen ellende. Hij was vol belangstelling voor het heil van dat schepsel uit de zee. "Wie zal u, Samébito, voedsel geven, als ik dood ben?" zoo sprak hij droevig.

Toen Samébito zag, dat zijn brave meester stervende was, slaakte hij een vreemden kreet en begon hij te weenen. Hij weende groote tranen bloed, maar zoodra deze den grond hadden aangeraakt, veranderden zij plotseling in glinsterende robijnen. Toen Totaro die juweelen-tranen zag, schreeuwde hij het uit van vreugde, en van dat uur af keerde nieuw leven in hem terug. "Ik zal in het leven blijven!

Den volgenden morgen gingen zij naar de brug van Séta, en nadat Samébito een groote hoeveelheid wijn had medegenomen, staarde hij in de richting van het Drakenrijk. Terwijl hij dit deed, vulden zijn oogen zich met tranen, roode tranen, die in robijnen veranderden, zoodra zij de brug aanraakten.

Samébito was een vriendelijk schepsel. Na een korte tusschenpooze zeide hij: "Ik kan van daag geen tranen meer storten; laat ons morgen naar de lange brug van Séta gaan, en een goeden voorraad wijn en visch mede nemen. Misschien dat ik, als ik op de brug zit en naar het Drakenpaleis staar, weer zal weenen, als ik aan mijn verloren woning denk, waarheen ik zoo gaarne zou willen terugkeeren."