United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet alleen, dat hij, die water dronk uit deze bron, werd gedood, doch alle bronnen, behalve die van het kasteel, waren door den vloek getroffen. Toen zeide men, dat de Joden het water hadden vergiftigd. En de Joden vluchtten uit Ruurloo, met achterlating van have en goed, ze liepen tot waar de Zwarte Dood nog niet genaderd was.

Toen ik deze sage voor 't eerst hoorde, en ze naast Mirjam legde, werd het mij eenigszins zonderling te moede. Was het wel dezelfde Zwarte Dood, welke in Ruurloo een zoo lugubere, in den Enscheder Esch een zoo liefelijke, onschuldige overlevering deed ontstaan?

Andere benamingen zijn: de Olle, 't Olde Wief enz., welke wellicht betrekking hebben op een Oudgermaansche goddelijkte verpersoonlijking der vruchtbaarheid. Te Hengeloo, Steenderen, Zelhem, Ruurloo en andere dorpen van de Graafschap maken de binders, als de laatste halmen gemaaid zijn, een bijzonder groote garf, die uit vijftien gewone garven bestaat.

Hij kwam in 't stedeke Borkuloo, Zijn paard zag men in Lochem en Zutphen, en het spoor van den hoef langs de wegen van den IJsel. T'elken avond was hij weder in Ruurloo, en men ontdekte Hem, den stillen, eenzamen ruiter, bij de brug van het kasteel, zijn handen tot vuisten ballend, om de grens, die Hem werd gesteld. De ridder lachte, sloot Mirjam in zijn armen en kuste haar den rooden mond.

Men merkt het, dat het meest plaatsen zijn in het Oosten van ons land gelegen, waarvan verschillende in den Achterhoek. Dat de Jodenmoord in Keppel bijvoorbeeld later naar Ruurloo door 't verhaal werd verplaatst, zou ons niet behoeven te verwonderen, en dat hier dan legendarische bijzonderheden aan werden verbonden, is bijna natuurlijk.

Ridder van Ruurloo! mijn kussen waren vergiftig. Ik ben aangetast door den Zwarten Dood en ook gij zult sterven als ik " Ze zonk voor hem neer, zijn knieën omklemmend. Met haar laatste leven hield ze hem vast Even nog snikte ze .... Toen was het stil. En allen vloden ze van den ridder van Ruurloo, niemand riep hem een vaarwel toe, noch de gasten, noch zijn moeder, noch zijn jonge, schoone bruid.

Alleen de oude Abraham en zijn schoone dochter Mirjam bleven in het dorp. Want Abraham was te oud, om te gaan en Mirjam was te schoon, om niet door den ridder van Ruurloo te worden beschermd. De Zwarte Dood reed op Zijn zwart paard. Bijna geen huis, op eenigen afstand van het slot, of Hij was er de gast, die roofde en moordde.

Onder de plaatsen, welke de heer Westerling als verblijfplaats in het beruchte jaar 1349 voor de Joden op kan geven, behoort Ruurloo niet.

Den dag daarna echter, wanneer de dorpelingen haar dreigend voorbijgingen, vloeken en scheldwoorden verborgen in hun ziel, was 't haar, of geen macht ter wereld haar zou kunnen redden. En ze smeekte den ridder van Ruurloo haar en haar vader onderdak te geven achter de poorten van het slot. Want van haar vader wilde ze niet scheiden.

En de Zwarte Dood had Ruurloo verlaten. Niet meer werd Hij bij het kasteel gezien, tot den nacht voor de bruiloft. Hoog zat Hij op Zijn roerloos ros, en zwarter waren Hij en Zijn dier dan de nacht om hen. Hij balde Zijn handen niet tot vuisten. Zijn sikkel hing over Zijn schouder. Toen de wachter den hoorn stiet, deed Hij zijn paard langzaam wenden.