United States or Vatican City ? Vote for the TOP Country of the Week !


De bewegingswijze van het Konijn verschilt aanmerkelijk van die van den Haas. In het eerste oogenblik overtreft het dezen in snelheid, op den duur niet; altijd echter toont het meer behendigheid. In het "haken slaan" is het meesterlijk ervaren; om het te vangen zijn een uitmuntend gedresseerde Windhond en een goed schutter noodig. Veel listiger en sluwer dan de Haas, laat het zich hoogst zelden op de weide verrassen en weet het in tijd van nood bijna altijd nog een schuilhoek te vinden. Als het rechtuit liep, zou het door iederen middelmatig goeden Hond reeds na verloop van korten tijd gevangen worden; het zoekt echter in allerlei struikgewas, in rotsspleten en holen zijn toevlucht en ontkomt hierdoor meestal aan de vervolgingen zijner vijanden. Zijn vermogen om te kijken, te luisteren en te speuren is even uitmuntend als dat van den Haas, misschien nog wel beter. Het Konijn is gezellig en vreedzaam; de voedster verzorgt hare kinderen met warme liefde, de jongen bewijzen hunne ouders veel eerbied en vooral de stamvader van het geheele gezelschap wordt hoog geacht. "Evenals de moerhaas," schrijft Dietrich aus dem Winckell "draagt ook het Konijn 30 dagen. Tot in October werpt het om de 5 weken 4

Aangezien hij zich niet tusschen de rotsspleten durfde wagen en buitendien zeer belemmerd werd in zijne bewegingen door zijn hooge laarzen, die vol water waren geraakt, duwde hij zijn net over het zand en ving hij niets dan krabben, vijf, acht, tien krabben tegelijk. Hij was er doodsbang voor en vocht met hen, om ze uit zijn net te verjagen.

Veelvuldig daarentegen is zij in Zuid-Europa, n.l. in Spanje, Italië en Griekenland, bovendien in West-Azië. Van hier uitgaande doorreist zij het grootste deel van Azië tot aan den Himalaja, in welks westelijke gedeelten zij geregeld voorkomt. Zij is een bewoner van het gebergte, en vermijdt de vlakten. Het liefst bewoont zij berghellingen met het grootst mogelijk aantal rotsspleten.

Pothos-soorten met saprijke stengels, oxalideeën en orchideeën van vreemdsoortig maaksel groeien in de dorste rotsspleten, terwijl slingerplanten, door den wind bewogen, zich voor den ingang van het hol tot guirlandes ineenvlechten. Welk een tegenstelling tusschen dit hol en de spelonken in het noorden, die door eiken en sombere lorken overschaduwd zijn!

Het beklimmen daarvan koste veel moeite, door de puntige stukken lava en puimsteen, te midden eener atmosfeer, bedorven door opstijging van zwavelachtige dampen, die in hun kolommen tusschen de rotsspleten naar boven drongen.

't Is een werkelijkheid geworden sprookje; alleen de kaboutermannetjes en zilverschitterende elfjes moeten nog uit de rotsspleten en holen te voorschijn komen om de sproke te volmaken. De gedachte is één poëzie en de uitvoering kunst! Maar wáár is de kunst zonder poëzie? Al wat goed, wat hoog, wat heilig is, in één woord al wat schoon is in 't leven, is poëzie!

De Groenlandvaarders noemen de Kleine Alk "IJsvogel", omdat men gewoonlijk rekenen kan op de nabijheid van groote ijsmassa's, wanneer zij zich in grooten getale vertoont. Van alle Alkvogels is zij de bewegelijkste, wakkerste en behendigste. Betrekkelijk snel en vlug gaat zij met kleine trippelpasjes op de teenen, sluipt behendig tusschen de steenen rond, of kruipt als een Muis in rotsspleten.

Vele soorten van Uilen nestelen in holle boomen, andere in rotsspleten of gaten van muren, eenige in holen in den grond, die door verschillende Zoogdieren gegraven zijn en andere eindelijk in verlaten nesten van Valken en Kraaien.

Rotsspleten en kloven, hooge boomen en gaten in den grond, die zij zelf graven of van anderen in bezit nemen, dichte opeenhoopingen van struiken enz. vormen hunne woningen en rustplaatsen gedurende het deel van den dag, waarop zij hunne krachten sparen.

Het nest, dat steeds in rotsspleten of onder groote steenen aangelegd wordt, bestaat van buiten uit grashalmen, mos en korstmossen, die op den bodem groeien; het is van binnen met veeren en dons gevoerd; de ingang is zoo klein mogelijk, niet grooter dan noodig is om de oude gemakkelijk door te laten.