United States or Turks and Caicos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij begon daarna Cecilianus te kappen, niet anders dan zij Cecilius gedaan had. Buiten, op de straat, naderde als een vage brom.... Allen schrikten, zagen elkander aan.... Cecilianus gaf een gil.... Dat is de beer! riep de jongen. En hoor! riep Cecilius. Balkt daar niet de ezel van Nilus? Buiten, in de lange gang van het postscænium, waar de kleedkamers op uit kwamen, roezemoesde het.

Koolzwart roezemoesde uit het kappe-open knevel en baard, waar achter hem nachtte de luchtstrook; waar de knechtskop van een neger schonkglimmerig uit aankwam met een roodende fez; toen zijn roode lijfjas. "Ziedaar een licht dat tenminste op zijn tijd komt," zwetste Vogel nog, toch ook wat lager.

Eindelijk bedaarde ze, scheen in te slapen en roerde niet meer. Ernest zat met gesloten oogen. Alles roezemoesde dooreen in zijn kop. Het bonzen van dezen morgen en middag herkwam met versch gedreun, en de pijn zinderde door zijne hersens. Hoe akelig scheidde de dag!

Zij bemoeiden zich niet met de anderen daar zat de heele grex; daar zaten de Gallen en gladiatoren maar zij, hun bord in hun schoot, hun kroes in de vingers, vertelden, vertelden maar door.... Je moet dan weten, zei Cecilius om hen heen roezemoesde het stemgedruisch dat juist, toen de "paraziet" in het midden van zijn groote scène was....

En Cosmus, door een deur en een gang en een deur weêr, bereikte de laagste præcinctio, vlak achter het Tribunaal der Keizerin, en zag uit en op in het Theater. Hoe warm was het er al! Het broeide er rood van warmte en gloeide van doorgezeefd licht en tal van stemmen riepen reeds: Wátèr! Watèr! Het roezemoesde van de duizenden stemmen en de roep schrilde daar hel boven uit: Water!

Acus Matris! Acus Matris!! gilden schril de gesnedene Gallen. En de heilige Navel volgde.... Maar de Keizerin, door een hofbeambte, deed den Archigallus aanbieden een schaal, waarop haar gift in goudstukken lag.... Mater Deum! Acus Matris! De processies gleden den tempel weêr in.... Het wordt tijd, roezemoesde het onder het volk, en zij zagen naar de zon.

Naarmate ze doorreed, werden duidelijker en scherper de leelijke beelden van haar zondige liefde, en de onrust, die toch gedurig dof-diepe in haar binnenste roezemoesde, klepperde heel bange op, soms met stooten haar kele toestroppend. En ze kon hare gedachten niet afwenden, langs een anderen vredigen kant.