United States or Northern Mariana Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Wil-je dat voor mij doen?" riep Willems, als verruimd en zijne hand drukkende. »Wel zeker, wil ik. En nu nog ééne vraag," hervatte Roestink, »hecht gij aan uwe Woensdag-avondbeurt voor deze week?"

»Neen! maar juist bij dezen! lieden van de mindere klasse, ze zouden het er voor houden, dat ik het uit piquanterie deed, omdat ze Piet van mij hebben weggenomen, en ik wil allen schijn daarvan vermijden tegenover Roestink."

Maar daar komt het van, dat ik hier nooit goed mijne vragen kende, ik dacht altijd aan wat anders, en dat ik ook zoo graag teekenen zou leeren, en.... en eigenlijk probeerde ik nu wel eens in stilte; vraag het maar aan dominé Roestink, die heeft het er het eerst uitgekregen, en nu weet hij alles. Och, dominé! ik.... ik zou ook zoo graag kunstenaar willen worden." »Gij! Kunstenaar!

»Ik verzeker u wel, juffrouw Willems, dat ik mij niet »paars zal schreeuwen" tegen uw echtgenoot, al zou het ook zijn dat ik in gevoelen met hem verschilde," zei Roestink even glimlachend, »en ik ben er wel gerust op, dat hij van zijne zijde zulk voornemen niet heeft tegen mij." »Reken niet te vast op zulke voornemens. Als de tweedrachtsfakkel eens is aangestoken verkeeren de lammeren in wolven."

Met zekeren onwil, daar het praatje voor goed kon gestoord zijn, ging zij langzaam ter kamer uit en haastte zich niet al te zeer met opendoen, maar toen zij ten laatste daartoe gekomen was, had zij de deur bijna weer toegeslagen met eene beweging van schrik, die zij nauwelijks beheerschen kon: dominé Roestink stond voor haar in eigen persoon.

Zooals de schilder voorspeld had, scheen de heer Steinhausen zich volstrekt niet te vergissen in de persoonlijkheid van Frits Millioen, hetgeen ook niet te verwonderen was, daar hij met graaf Peterhoff van de beurs kwam, aan wien Frits zich haastte professor Roestink voor te stellen.

»Wel, collega! daar doet gij goed aan; blijf je een pijp rooken: twaalf blaadjes, ?" »Dank-je, vriend! ik...." »'t Is waar ook, gij rookt niet; nu dan, vrouwlief, maak den theeboel aan kant, Roestink zal wel een glas wijn met mij willen drinken."

»Ik zou het niet op mijn geweten willen nemen," zei Willems later tot Roestink (die meende nog eens op de zaak te moeten terugkomen, en Piet ten voorspraak te zijn) »om dien jongen uit zijn stand te rukken en er de hand aan te leenen dat hij een armzalig kunstenaar werd, beter d

»Welk een eind!" sprak Roestink, bleek van aandoening. »Moge de Heer zich over de ziel van den zondaar ontfermd hebben." »Amen!" hernam Willems, »wat mij betreft, ik houd het er voor dat zulk een rampzalige niet met den gewonen maatstaf kan gemeten worden." »Gode komt het oordeel toe, ons de hoop op Zijne barmhartigheid!

Hij veroorloofde zich een kijkje te nemen in de openstaande schilderijzaal en sprak tot graaf Peterhoff, die hem meetroonde. »Wat heb ik er aan daar te zitten rooken en drinken! Kon ik slechts vertrouwelijk met mijn vriend Roestink spreken; maar.... dat gaat ook al niet." »Kom! breng dit lichte offer aan de wellevendheid." »Waartoe?