United States or Tajikistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zonder de geringste ontsteltenis lichtte de man mij met zijne lantaarn in het aangezicht, en zeide met een schelle stem: Daar zal ik ú wel geen rekenschap van behoeven te geven, jonker Van Rodenberg! gij toch hebt reeds voor lang van uw rechten op het lieve duifje afstand gedaan. Deze verregaande beleediging, gevoegd bij het schandelijke der daad, deed mijne aderen zwellen.

Kondt gij nu uit uw graf nog eens mijn arbeid beschouwen, dan zoudt gij zien dat mijne woorden zijn bewaarheid geworden: dat uw bloed den hoon, mij aangedaan, zou betalen! De hoefslag van een paard deed zich op de brug hooren. Dat zal Van Rodenberg zijn, dacht de gravin: wat voert hem zoo laat herwaarts?

"Hij slaapt voorzeker reeds als een roos," zeide Rosio: "Het ware verkeerd geweest indien hij den jonker gezien had, doch mij dunkt...." "Hij moet ongedeerd van hier vertrekken," viel Van Rodenberg hem in de rede: "Hij kan mij geen kwaad. Ik verwijt hem des noods dat hij lafhartig achterwege is gebleven. Al wilde hij ook het voorgevallene bekend maken, het zal mij niet deren.

Wie weet of hij niet stervende is? Ik bid u edele heer, ik bid u dringend: ga van hier; heb medelijden met een wezen dat misschien weldra zijn einde nabij is." "Gij zijt voorwaar een onnoozele deerne!" sprak Van Rodenberg. "Een overdrevene verdediging pleit zelden voor de waarheid.

Van Rodenberg bestelde eene flesch ouden Rijnwijn, en weldra parelde deze in de bekers. Arends dronk onophoudelijk de gezondheid van al wat slechts Spaansch bloed in de aderen had, en Alonzo, wien de edele wijn als nectar smaakte, en bij iederen beker al minder waarheid van logen kon onderscheiden, vergat weldra zijne zorgen, en deed den heeren wakker bescheid.

"Gij liegt!" riep Alonzo, opspringende: "Gij zegt iedereen weet de zaak, en evenwel eischt gij mijne geheimhouding." "En gij beleedigt mij!" hernam Van Rodenberg, mede opstaande; doch zich eensklaps bezinnende, vervolgde hij zeer kalm: "Neen, ik begrijp uwe drift, maar, ik bid u, moet gij dit aan mij wijten? Wilt gij bewijzen voor de waarheid mijner woorden?

Het gebouw dreunde, en de vensterglazen rinkelden in hunne looden omvatsels. "Mijne woorden schijnen u meer getroffen te hebben dan de bliksem dit zou vermogen," hervatte Van Rodenberg: "Ik heb echter in mijn belang gehandeld. Dit land, en vooral Den Haag met zijn stijve en eentonige vermaken, verveelt en walgt mij op den duur.

Duidelijk onderscheidde zij de stem van den man, die haar steeds den meesten afschuw had ingeboezemd. Er bestond geen twijfel meer, het was Van Rodenberg, die in hevigen twist met een ander was geraakt. Hare legerstede verlatende, naderde zij behoedzaam de deur, en zocht nu eenige woorden op te vangen.

"Geen vrees!" antwoordde de graaf: "Zijn geldzucht is bevredigd; hij zwijgt, en niemand ter wereld zal buiten ons weten, dat de schoone Hagenlelie niet volgens de wetten van het bloed mijne dochter is. Luister: Toen de crisis uwer ziekte gekomen was, en allen voor uw behoud vreesden, toen kwam Van Rodenberg naar uw welstand vernemen.

"Vrees niet!" sprak de man op fluisterenden toon: "Gij behoeft voor mij niet te beven. Zonder u te kennen, schoone jonkvrouw, ben ik uw vriend. Gij zijt in arglistige handen, doch ik kom u redden; ik zal u aan de handen van Van Rodenberg ontrukken." Adelgonde wist niet wat zij van deze plotselinge verschijning moest denken.