United States or Chad ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hij had een flauw gevoel van dankbaarheid, dat hij Robinetta niet herkend had op zijn vreeselijken tocht met Pluizer. Als hij Pluizer er over sprak, zeide deze niets en lachte slim. Maar Johannes begreep dat het niet was geweest, om hem te sparen. De uren dat Johannes niet leerde en werkte, gebruikte Pluizer, om hem de menschen te laten zien.

Als waren zij plotseling in het zonnige blauw ontstaan, kwamen hem opeens twee witte vlinders voor den blik. Zij dwarrelden, trilden en schitterden in het zonlicht, met onbestemde, grillige vlucht. Doch zij kwamen dichterbij. 'Windekind! Windekind! fluisterde Johannes opeens in herinnering. 'Wie is dat? Windekind! vroeg Robinetta.

'Ze hebben het mij verteld, antwoordde Johannes, 'en ik ben zelf in een konijnenhol geweest en op den bodem van het water. Robinetta trok de fijne wenkbrauwen samen en keek hem half spottend aan. Doch zij vond geen valschheid. Zij zaten onder seringenboomen, waarvan dikke, paarse bloemtrossen afhingen. Vóór hen lag de vijver, met riet en kroos.

'En bij die Robinetta moet je het ook niet zoeken, ging het mannetje voort. Hij legde de handen op Johannes' schouders en praatte dicht aan zijn oor. 'Dat kind hield je even goed voor den gek als die anderen. Heb je niet gezien dat ze in den hoek bleef zitten, en geen woord zeide, toen je werd uitgelachen? Ze is niets beter dan al die anderen.

Waarom denkt ge er nu niet aan? Het is de rechte tijd. Hebt ge roodborstje den weg niet gevraagd? 'Ach, Wistik, waarnaar zou ik vragen? Ik heb alles wat ik verlangen kan. Ik heb Robinetta. 'Maar dat zal niet lang duren. En gij kunt nog gelukkiger worden en Robinetta zeker ook. En moet het sleuteltje dan daar blijven liggen? Denk eens hoe heerlijk als gij beiden het boekje vindt.

Johannes zag het roodborstje knikken en schuins naar Robinetta gluren. 'Hier niet! hier niet! tjilpte het vogeltje. 'Wat bedoel je, Johannes? vroeg Robinetta. 'Weet ge er niets van, Robinetta? Weet ge niet, waar het te vinden is? Wacht ge niet op het gouden sleuteltje? 'Neen, neen! Vertel eens, wat is dat? Johannes vertelde wat hij van dat boekje wist.

'Aan Robinetta! fluisterde Johannes nauwelijks hoorbaar. 'Naar wie verlang je het meest? 'Robinetta! 'Zonder wie denk je niet te kunnen leven? Johannes' lippen bewogen geluidloos: 'Robinetta! 'Nu dan, ventje, grinnikte Pluizer, 'wat verbeeld je je dan, een elf te zijn? Elfen worden niet verliefd op menschenkinderen. 'Maar het was Windekind ... stamelde Johannes in zijn verlegenheid.

Nu is het Robinetta, niemand anders dan Robinetta, alleen Robinetta. Hij omvatte haar arm en drukte er zijn hoofdje tegen. 'Mal jongetje! zeide zij en lachte. 'Ik zal je het boekje laten vinden, ik weet waar het is. 'Maar dan moet ik den sleutel gaan halen, en die is ver weg. 'Neen, neen dat behoeft niet. Ik vind het zonder sleutel, morgen, morgen, ik beloof het je.

Heerlijk scheen het hem, als hij er van droomde, doch overdag kon hij zich niet meer te binnen brengen, hoe het geweest was. Hij wist alleen, dat zijn verdriet en verlangen van vroeger beter waren, dan het ledige, doode gevoel dat hij nu kende. Hij had eens smartelijk naar Windekind verlangd, hij had eens uur aan uur op Robinetta gewacht. Hoe heerlijk was dat geweest! Robinetta! Verlangde hij nog?

Toen zij naar huis gingen, fladderden de kapelletjes voor hen uit. Johannes droomde dien nacht van zijn vader, van Robinetta en van vele anderen. Het waren allen goede vrienden; zij stonden om hem heen en zagen hem innig en vertrouwelijk aan. Doch op eenmaal waren de gezichten veranderd, hun blikken koel en spottend, hij keek angstig om, aan alle zijden wreede vijandige gezichten.