United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ik verzocht Reynszen, zorg te dragen voor een goede waakster om de zieke op te passen; waarop hij mij verzekerde, dat zijn vrouw en dochter zich reeds bereid hadden verklaard, die taak op zich te nemen, en dat overigens niets ontbreken zou om haar toestand zooveel mogelijk te verzachten.

Met dat al, ik geloof, dat zoo UEd. den man een kleine fooi voor zijn beleefdheid beloofd hadt...." "Dat in eeuwigheid niet," zeide ik: "denkt gij, dat ik de Justitie om wil koopen?" "Nu!" hernam Pulver: "wij zullen zien wat er van wordt, zei de blinde, en hoe UEd. met Reynszen varen zult...; maar, dat Sandertje een roover geworden is, dat spijt mij tot in mijn ziel."

"Ja!" zeide Reynszen, het hoofd schuddende: "'t zou mij van Mijnheer spijten: maar er is een zware praesumtie UEd. was geen vriend van den gewonde." "Ben je dol?" vroeg Pulver: "Mijnheer Huyck voor een moordenaar aan te zien!" "Goed recht geven," zeide Doedes: "geen aanziens des persoons hei wat!" vervolgde hij, ziende dat Andries zich verwijderde: "die man blijven meegaan getuigenis afleggen."

Als hij nog niet naar zijn grootje is, is er geen gevaar bij." "En ik ook," zeide Helding: "ofschoon hij het juist aan mij niet verdiend heeft, maar ik heb te veel verplichting aan Mijnheer Huyck, om hem alleen in den steek te laten." Op dit oogenblik kwam Doedes met Reynszen en eenige andere notabelen aanloopen. "Hm!" riep de eerste: "twee lijken? Moord gepleegd? door wien?"

Sander, die bij den Drost was ontboden geweest, was van daar teruggekeerd en week niet van haar sponde; terwijl de vrouw en dochter van Reynszen bij afwisseling bij haar waren en met alle hartelijkheid die diensten bewezen, welke een vrouw meer dan een man in staat is waar te nemen: ja zelfs aangeboden hadden den nacht bij haar op te zitten.

Ik wist, dat deze laatste ambtsbetrekking door een der Burgemeesteren van Enkhuizen werd bekleed: en ik kon te minder gelooven, dat ik dezen voor mij zag, daar de toon en houding van Reynszen jegens den nieuwgekomene die gemeenzaamheid aanduidden, welke tusschen goede bekenden plaats heeft.

"Ik weet niet," zeide ik, "of de Heeren Staten veel om uw vrijplaats zouden geven; maar zoude het u aangestaan hebben, indien zij, gelijk hun eerste voornemen was, dit pakhuis leeg gestolen hadden?" "De duiker haal me!" zeide Reynszen, verbaasd: "voerden die lieve jongens zulke dingen in hun schild?"

Ik rees op, en groette den Dignitaris, die, na mij kortaf goeden dag te hebben gewenscht, zich tot Reynszen wendde, in de navolgende afgebroken bewoordingen: "Niet rooken ... weinig tijd ... zieken bezoeken ... Raad bijeengeweest ... hoe is de patiënt?" "Niet te bestig," antwoordde Reynszen: "ik wou dat zij weg waren gebleven." "Hebt gij hier een zieke in huis?" vroeg ik.

"Dat doen zij ook," zeide Heynsz: "ik heb die gelezen, allebei; want, gezegd tusschen ons, Reynszen is een verstandig man, die wel hooren wil naar raad en niet is een dwarshoofd als die Doedes: en hij heeft in dit geval geraadpleegd mijne ondervinding: ook heb ik te danken aan hem, dat ik heb bekomen permissie om u te bezoeken; want de Drost wilde u houden buiten accès; hij is wat in de drukte, die Meester Doedes: een belangrijk casus als deze: doodslag en verwonding: en tot patiënt om te verzorgen een rijken Amsterdammer, dat is te veel plaisier op éénen tijd voor een man als hij."

Het bovenlijf van een dikken zeegod, met roode bolle wangen en een blauwen baard, hetwelk vroeger den voorsteven van een schip had versierd, en volgens de daaronder geplaatste aanwijzing den God Neptuin verbeeldde, prijkte boven de voordeur, en scheen in zijn voorover gebogen houding de voorbijgangers uit te noodigen om binnen te treden en den brandewijn van vriend Reynszen te proeven, terwijl de woorden goed logies op den deurpost nog verder het bedrijf van dezen nuttigen eilander aankondigden.