United States or Ecuador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Enkele soorten ondernemen, waarschijnlijk door gebrek aan voedsel gedreven, groote zwerftochten; hieraan is het toe te schrijven, dat tegenwoordig verscheidene soorten in Europa inheemsch geworden zijn, die vroeger uitsluitend in Azië leefden. Onder hare zinnen staan de reuk en het gezicht bovenaan. Hare geestvermogens zijn gering.

Zeer gemakkelijk kan men zich overtuigen, dat de reuk het minst ontwikkeld is, door aan een Kat het een of ander geliefkoosd gerecht zoo voor te leggen, dat zij het slechts door den reuk kan vinden. Zij nadert het voorwerp en draait, wanneer zij er dicht bij gekomen is, den kop zoo vele malen heen en weer, dat men dadelijk aan deze bewegingen kan zien, hoe weinig de reukzin haar leidt.

Als het Bisamzwijn vóór zijn dood lang nagejaagd is, verkrijgt het vleesch de reuk van rugklier, wanneer men deze niet onmiddellijk na den dood wegsnijdt; in andere gevallen kan men, buiten den bronsttijd althans, het vleesch van het gedoode dier in de huid laten besterven, zonder dat het een onaangenamen reuk verkrijgt.

De reuk stelt den Mol in staat het voedsel te ontdekken, zonder dat hij het behoeft te zien of aan te raken; het reukzintuig is hem een goede gids door zijne, op een doolhof gelijkende, onderaardsche gangen. Zijn gehoor is voortreffelijk.

Hoewel de smaakzin niet ontbreekt, is hij toch ongetwijfeld niet van groote beteekenis; de reuk is, voor zoover men kan nagaan, slechts bij enkele scherp; waarschijnlijk mag men dus de toestellen voor de beide laatstgenoemde zinnen weinig ontwikkeld of rudimentair noemen.

Zijn ronde kop, zijn kroezelende haarbos, blond-goud onder het spelend daglicht, lag, alsof het rustte, onbewegelijk over het effen-glimmende schilderij. Als hij verpoosde voor een tijdje, ging hij tegen het bed leunen of strekte er zich lang uit, rookte, traag dampend, volgde met luie blikken de opgaande en uitwaaiende tabakwolken en snoof wellustig den sterken reuk ervan op. Hij dacht aan niets.

Het gezicht is scherp, het gehoor voortreffelijk, de reuk echter, evenals bij de overige Katten, niet bijzonder fijn; toch kan hij altijd nog wel op eenigen afstand een buit ruiken. Dit dier is dus op zulk een wijze uitgerust, dat het als roover zeer gevaarlijk kan worden. De Jagoear is niet kieschkeurig.

Onderwege werd hij gevolgd door een hond, die op den reuk van de lever afkwam.

Ontellijke verhongerde honden waren op de reuk van het bloed uit de stad gekomen, zij liepen van het ene lijk naar het andere, en huilden met lange tonen zo vervaarlijk tegen elkander op, dat men zou gedacht hebben dat de hel haar duivelen uitgezonden had om de komst van zovele zielen te bezingen.

Onder dit hout ontdekte ik, dat van den rood- of purper-hout boom, van den yzer-hout boom, en van de bourracourra. De purper-hout boom groeit zomtyds tot de hoogte van veertig voeten, en heeft een stam van eene geëvenredigde dikte. Zyn schors is bruin en glad; zyn hout is van eene fraaije purper kleur, en van eene aangenaame reuk. Men waardeert hem zeer, uit hoofde van deszelfs vastheid.