United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Men kan zich voorstellen," zegt Pöppig, "welk een verbazing de bewoners van het Europeesche vasteland, die met zulk een klein deel van de overige wereld in verkeer waren, vervulde, toen zij van Pigafetta, den in 1522 te Sevilla teruggekeerden metgezel van den op reis overleden Magelhaes, de eerste berichten over de hier bedoelde Vogels ontvingen.

Zelfs een holte, die veel te wenschen overlaat, bevredigt de bescheidene eischen van den broedenden Papegaai b.v. in het geval, dat Pöppig op de volgende wijze beschrijft: "Tegen den witten stam van een irimi-palm ziet men een glanzigen staart van hemelsblauwe veeren; deze verraadt de aanwezigheid van den Gelen Arara, die daar bezig is, het door een Specht begonnen gat te verwijden tot een nestholte, die echter niet groot genoeg is om den pronkstaart van een halve meter lengte te bevatten; bij 't broeden hangt deze er buiten."

In zijn drek vond Azara de stekels van een Stekelzwijn; zijn maag bevatte, volgens Rengger, overblijfselen van Ratten en Agoetis; hieruit blijkt, dat hij ook kleine dieren belaagt. Men heeft trouwens waargenomen, dat hij in het riet op watervogels jacht maakte, en zeer behendig Visschen uit het water haalde. Reeds Pöppig bericht, dat zelfs de Kaaiman door hem niet met vrede gelaten wordt.

Wel heeft het niets dat het hart aandoet, niets dat een edele, laat staan een geestverheffende gedachte inboezemt; men moge 't zelfs poppig heeten doch 't vertoont in 't groot, wat de pronkvertrekken en kunstladen der deftige burgers uit die eeuw in 't klein vertoonden, en daarom is het in harmonie met de hoofdgedachte, die naar ons gevoel het beschouwen van de Nieuwekerk moet doen oprijzen.

"Bij vluchten en met oorverdoovend geschreeuw," bericht Pöppig, "strijken de groote, goudgroene Araras van de Andes neer op de vuurroode erythrinen en gele tachias, welker bloemen zij gaarne eten. Zij zijn echter listig genoeg om te begrijpen, dat hun gekrijsch hen aan gevaar blootstelt, wanneer zij een akker met rijpende maïs beginnen te plunderen.