United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


"In mijn zaak?" herhaalde de professor langzaam. "Dat laat ik geheel aan u over," zei Maarten haastig, terwijl hij opstond om heen te gaan. "U weet zelf, Professor, hoe kleiner 't kapitaal is, hoe meer men er van moet zien te maken." Toen hij weg was, dacht Professor Lövdahl lang na over dit merkwaardig bezoek.

Ja zeker! maar waarheid is 't, dat die hoop geen enkelen redelijken grondslag bezat, en dat zij slechts als voorgevoel zeker iets zeldzaams bij een professor in zijn hart aanwezig was. Zoodra hij terug was, kostte het Sylvius Hog niet veel moeite, om te bespeuren, dat er gedurende zijne afwezigheid gewichtige dingen voorgevallen waren.

Ten twaalf uur, toen zij het kortste was, raakte zij eventjes den kant van den middelsten schoorsteen. "Daar is het!" riep de professor, "daar is het! Naar het middelpunt van den aardbol!" voegde hij er in het deensch bij. Ik zag Hans aan. "Forüt!" sprak de gids heel bedaard. "Vooruit!" herhaalde mijn oom. Het was één uur en dertien minuten na den middag. Naar den afgrond.

Intusschen zou je misschien een wekelijksch overzicht van de beraadslagingen in de Europeesche parlementen kunnen schrijven, of wel, als je alleen maar een beredeneerd verslag over de debatten in onze Tweede en Eerste Kamer zoudt willen leveren, me dunkt, dat was een vruchtbaar werk!" André herademde. Hij had ernstig gevreesd, dat zijn plan bij professor Van Dam tegenstand zou vinden.

"O, gij spreekt mij hoop en moed in, en ik kan je niets teruggeven dan een vol hart en deze leege handen," riep de professor, geheel overstuur.

Het was waarlijk wel noodig, dat professor Sylvius Hog die heele geschiedenis vertelde; want Ole Kamp had dat onmogelijk kunnen doen, om de eenvoudige reden dat Joël hem terwijl Hulda langzamerhand bijkwam, tot stikkens toe aan zijn krachtige borst klemde. »Hulda!.... beste Hulda!.... Ja ik ben het!.... ik, Ole Kamp!.... Ja, ik.... uw bruidegom, en.... weldra uw echtgenoot!...."

't Gesprek, dat op dien avond met de gasten in de kamer van zijn vrouw gevoerd was, had men zóó besproken en met commentaren voorzien, dat het al een gewichtig gedeelte van de inwendige geschiedenis van de stad geworden was, en veel had de professor moeten verdragen van vrienden en vriendinnen, omdat in zijn huis plaats geweest was voor iets wat zooveel op een schandaal leek.

De professor was uiterst geduldig met mij, maar het moet een ware kwelling voor hem geweest zijn, want hij keek mij met zoo'n uitdrukking van kalme wanhoop aan, dat ik niet wist of ik zou lachen of schreien. Ik viel van het eene uiterste in het andere, en toen het kwam tot een zacht gesnuf van schaamte en wanhoop, smeet hij de spraakkunst op den grond en stormde de kamer uit.

Frans zelven had hij, om zijn zware hoofdpijnen en zijn koortsen, een consult aangeraden met een professor in Utrecht, wien hij over den patiënt reeds lang uitvoerig geschreven had en Frans was naar Utrecht gegaan en teruggekomen, ontevreden over de vage, bedekte wijze, waarop de professor zich had uitgelaten.

De verbeeldingskracht van den professor werd door die veronderstelling aangevuurd. "Zonder twijfel," waagde ik te antwoorden, "maar welk belang kon die geleerde er bij hebben om zoo de eene of andere vreemde ontdekking te verbergen?" "Waarom? Waarom? Weet ik het? Heeft Galileï niet hetzelfde gedaan met Saturnus?