United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


"En wat zegt gij van dat herhaalde bezoek bij hare Hoogheid, de Prinses-weduwe?" vraagde Zuijlestein. "Wat zal ik er van zeggen, Zuijlestein," antwoordde de Prins. "Wat de Heer De Witt voor mij gedaan heeft, is zelden tot mijn voordeel geweest. Ik durf mij nog niet vleien." "De Raadpensionaris is voorzichtig," merkte Boreel aan.

"Met de Prinses-weduwe!" riepen de drie Heeren, die bij het vuur zaten, te gelijk. "Zooals ik u zeide," antwoordde de ritmeester. "En wat meer is, alvorens naar de vergadering der Staten te gaan, is Zijne Edelheid nogmaals aan het Hof van Brandwijk aangereden, en heeft ruim een kwartier bij Hare Hoogheid doorgebracht." "En nu twijfelde Uwe Hoogheid nog aan Hare promotie!" riep Heenvliet uit.

"Ik heb mij gehaast," begon de Raadpensionaris, "U zelf het eerst de heuglijke tijding mede te deelen van de favorabele resolutie, welke de Heeren Staten wel hebben gelieven te nemen ten aanzien van het verzoek van Uwer Hoogheids grootmoeder, de Prinses-weduwe." 's Prinsen gelaat klaarde op: hij voelde een zenuwachtige trilling door zijn geheele lichaam.

Mijnheer Van Zuijlestein," ging De Witt voort, zich tot dezen wendende, "de Heeren Staten zullen u vijf jaren lang een wedde van vierduizend gulden uitkeeren." "Maar ik zal mijn pupil niet verlaten, mijnheer de Raadpensionaris," zeide deze driftig. "De Heeren Staten hebben er zeker niet aangedacht, dat ik mijne aanstelling heb van de Prinses-weduwe."

Een zeker heer W. H. te Harlingen vond, dat deze dagen zeker een gepaste gelegenheid gaven om H. M. een bokaal aan te bieden, sedert ruim een eeuw in zijn familie. Die bokaal behoorde eenmaal tot de rariteitenkamer van Prins Willem V. Na zijn overlijden te Brunswijk, in 1806, zag de Prinses-Weduwe zich genoodzaakt vele dier rariteiten te verkoopen uit geldgebrek.

Misschien vindt Uwe Hoogheid mij nog wel bij Hare Hoogheid de Prinses-weduwe, wanneer Gij haar Uwen dank komt betuigen." En met deze woorden nam de Raadpensionaris afscheid. Nauwelijks was hij vertrokken, of de Prins barstte in tranen uit. "Groote God!" riep hij uit. "Ik kind van den Staat! Ik de ondergeschikte van De Witt! Zuijlestein! mijn oom, mijn eenige vriend! Gij van mij weg!

Daarenboven moet ik u zeggen, dat het doel van De Witts komst op het huis te Hondsholredijk schijnbaar ten doel had, om de Prinses-weduwe over ettelijke belangen te spreken; het eigenlijke oogmerk was, den jeugdigen Prins uit te hooren over brieven, door hem uit Engeland ontvangen, en wier inhoud de Raadpensionaris gaarne wilde weten.

Wanneer Uwe grootmoeder, hare Hoogheid de Prinses-weduwe, van hare reis terugkomt, zal zij zeer ontevreden zijn als zij hoort, wat Uwe Hoogheid gedaan heeft." "Dunkt Uwe Edelheid dat?" vervolgde de Prins op denzelfden onderworpen toon. "Ik kom U slechts waarschuwen," hernam De Witt. "Men heeft aan Uwe komst op het veldijs zeer verkeerde bedoelingen toegedicht.

Onder het voorgeven van eenige jachthonden en valken te willen probeeren hem door zijn koninklijken oom Karel II geschonken, was hij heimelijk uit Den Haag vertrokken en had zich met het jacht van Hare Hoogheid de Prinses-weduwe naar Bergen-op-Zoom begeven.

"Hare Hoogheid de Prinses-weduwe heeft op heden, den tweeden van Grasmaand, aan mijne Souvereinen, de Edel-Groot-Mogende Heeren Staten over Holland en West-Friesland, het verzoek herhaald, reeds in 1660 door Hare Hoogheid en door wijlen Uwe moeder Mevrouw de Prinsesse Royaal gedaan, dat Uwer Hoogheid het geluk mocht te beurt vallen, onder staatsdirectie en conduite te mogen verkrijgen die onderwijzing, door welke zij de rechten en de maximen dezer Republiek grondig zou leeren begrijpen en erkennen en daardoor bekwaam mocht gemaakt worden, om ten eenigen tijde, des noodig, den Staat te dienen."