United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Naar Jonathan verzekerde, was Athlinata een prachtexemplaar van een wilde, die tegenover ons eene bijna uitdagende houding aannam, ook jegens de missie aan de Oranjebaai zeer vijandig gezind. Wij oordeelden het voorzichtiger van de voorgenomen fotografie af te zien, en scheepten ons weder in.

DR. STOCKMANN. Ik begrijp zelf niet dat ik nu pas een helderen kijk op die heeren gekregen heb; want ik heb hier toch bijna dagelijks zoo'n prachtexemplaar voor mijn oogen gehad ... mijn broer Peter ... zwaarwichtig en vasthoudend aan vooroordeelen.... Mevr. Doelt dat op mij? Want ja, ik heet wel Pettersen, maar de duivel zal mij halen.... BOOZE STEMMEN. Er uit met dien dronken kerel!

Wat van hemzelf afhing, de koepok-ineuting en de dienst in het militaire hospitaal, werd op de meest voldoende wijze geregeld. De nieuwe satraap van Khartoem, Mouça-Pasja, was een prachtexemplaar van dat soort van lieden, voor wie schaamte en eergevoel onbekende zaken zijn.

De jongen zag er wat gemelijk uit, terwijl hij met lustelooze vingers bladerde in een prachtexemplaar van Manon Lescaut, dat hij op een der boekenplanken had gevonden. Het deftige, eentonige getik van de Louis XIV klok verveelde hem. Een paar malen had hij reeds weg willen gaan. Eindelijk hoorde hij buiten een stap en de deur ging open. Wat ben je laat, Harry, sprak hij zacht.

"O, neem me niet kwalijk; het is een prachtexemplaar geloof ik, is 't niet?" vroeg Tudor met veel tegenwoordigheid van geest, en een gezicht, dat onmiddellijk de grootste belangstelling teekende en zijn opvoeding alle eer aandeed.

Hij liet uit zijnen dierentuin een olifant halen en keek nu met de grootste aandacht naar mij om te zien wat ik nu wel van dien kolossus zou zeggen. Het was inderdaad een buitengewoon prachtexemplaar ter grootte van een flinken dashond, en de keizer vroeg me met trotschen glimlach, of ik zoò iets nu wel eens in mijn leven had gezien.

Hy was by z'n kameraden ... «bemind» is 't woord niet, doch daar hy niemand in den weg stond, behoefde niemand zich de moeite te geven hem te haten. Z'n chefs waren over hem tevreden, omdat hy hen nooit door iets buitengewoons lastig-viel met de noodzakelykheid eener byzondere behandeling. Als prachtexemplaar van alleronbeduidendste ordinairheid, was hy juist intelligent genoeg om z'n dienst te doen zooals hy die geleerd had, zonder ooit zich te wagen aan eenig pogen dat hem niet geleerd was. Hy betoonde zich omtrent alles wat niet letterlyk was voorgeschreven, niet onverschilliger dan anderen, zoodat hy zelfs in slordigheid of dienstverzuim zich wist te onthouden van uitstekendheid. Op onderscheiding had hy geen andere aanspraken dan dat-i niet de minste aanspraak maakte op onderscheiding, en tot berisping gaf hy niet meer aanleiding dan noodig was om onschuldig te zyn aan sarrende vlekkeloosheid. Als onnut nummer op den traktementstaat was de goeie jongen zoo onschadelyk als die nutteloosheid maar eenigszins gedoogde, en wie hem 'n «slothout» noemde, zou wèl de waarheid maar niet