United States or French Southern Territories ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja, de geneeskundige dienst by de marine laat veel te wenschen over, had de heer VAN 'T EEN-OF-ANDER gezegd, na het lezen van FRITSJENS stuk over dit onderwerp. Het stond «op potenDe oudeheer zou daarvan eens terdege werk maken. Hy was nu in-staat, genegen en bevoegd Specialiteiten vóór! die zaak intedyken. Z'n eigen zoon had kiespyn aan boord van 'n oorlogschip. Wat wil men meer?

Dog alderklaarst, ende aldermeest, quamen my die te vooren, op het eynde van de uytstekende delen van de poten, die wy wel vingers mogen noemen. Welke delen de kikvors aan yder voorste poot vier heeft, ende aan yder agter-poot vyf. Alle dese vaten waren so kleyn of dun dat'er niet meer dan een deeltje bloet te gelyk door konde passeren.

't Is in de tuinen een druk leven van onvermoeiden arbeid gedurende het seizoen, om de produkten tijdig gereed te hebben voor de markt en ze en te verpakken voor het buitenland. Bij het eerste morgengrauwen is in de Westlandsche tuinen de tuinder al aan den arbeid, om te poten en te planten, te besproeien en te verzorgen.

Zoodra de houtvelling voorbij is en de weersgesteldheid het gedoogt, worden de arbeiders, die aangenomen zijn en bijna niemand wordt teruggewezen toegelaten tot den bouw. Zij prakken en poten, om later te oogsten. Half Augustus begint men met het rooien van de aardappelen.

Daar zien wij het leven in al zijn uitwendigheid en oppervlakkigheid, daar ontbreekt ten eenenmale, wat aan 't leven zijn eigenlijke bekoring geeft: de eenvoud. De mensch heeft van nature den eenvoud lief. Geef een kind een kast vol mooi speelgoed: zijn liefste stuk zal zijn een geschilderd paard met drie poten, of een gebreide pop met kralen oogjes en zemelende beenen.

Sparrman vertelt, dat hij bij een boer kwam, die slechts één stoel had, waarvan dan nog een paar poten waren afgebroken en die toch , als hij was, gebruikt werd, door hem tegen de muur te zetten. Dit is echter een feit, dat niets bewijst. Dergelijke dingen komen nu nog voor. Slordigheid zal wel even goed toen bestaan hebben als nu.

"Mijn schoonvader houdt een herberg aan de Korte Poten, Uwe Hoogheid.

"Ziet gij wat schone blonde vederen, wat zuivere witte borst en wat hoge blauwvervige poten?" "Ja, heer Robrecht," antwoordde De Valois, "het is inderdaad een vogel die voor een adelaar niet wijken moet; maar het schijnt mij dat er bloed op zijn bil druipt." Robrecht de benen van de giervalk bezien hebbende riep met ongeduld: "Komt gauw hier, valkeniers!

Ook stonden de stoeldrager, de wapendrager en de schenker in zijn onmiddellike nabijheid, laatstgenoemde binnen het bereik van enige grote poten met kafferbier. Zijn raadslieden omringden de Koning, en in een kleine halve maan achter deze groep stond de lijfwacht, samengesteld uit de zonen van induna's, de adel des lands.

En toch had ik bij alle Heiligen willen zweren, dat ik de schoenlapper uit de Korte Poten ben. Ge weet wel ... Willem van Nieuwen. Zoo er iemand uit dit doorluchtig gezelschap iets te repareeren heeft " "Kom wij zullen ons thans verwijderen, behalve de opzichter Uwer garderobe, opdat Uwe Hoogheid zich kan kleeden "