United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


De kinderen hielden de oogen strak op het stukje kaars gevestigd en verbeidden met een kloppend hart, angstig het oogenblik, waarop het zou wegsmelten en uitgaan. Zij zagen het pitje eindelijk alleen staan; zij zagen de zwakke vlam rijzen en dalen, dalen en rijzen en het dunne rookkolommetje klimmen; zij zagen een laatste flikkering aan den top en toen heerschte de vreeselijkste duisternis.

En het is al lang donker, en op zijn baleh-baleh ligt de akkerman zichzelven in slaap te zeuren met een of anderen eentonigen deun, als nog langs de dorpsstraat de dubbele tik van haar weefspoel klinkt, bij het licht van een pitje in een halven klapperdop vol olie heen en weer geworpen door de schering: de ijverige huismoeder doet af wat zij nog afgedaan kan krijgen van haar eindelooze taak om haar gezin in de kleeren te houden, met twee stel van alles voor ieder per jaar.

O Tempores! o Mora! De Huurkoetsier. De eerste schemering van den morgen ligt over de academiestad. Hier en daar verspreidt het gloeiende pitje van nog een enkele réverbère een noodeloos licht. Alles slaapt nog op de Breestraat.

En waar is 't eerste konyntje van-daan gekomen? En de eerste appel? Of 't eerste pitje? En wat zou er eerst geweest zyn, een appel of 'n pit? En God? Toen hy aan 't scheppen ging, moest hy toch een wil gehad hebben. Wat deed hy met dien wil, toen er niets was? Ik begryp er niets van, en zou 't toch zoo graag willen weten.

Op een doodensprong maakte vier meter geen verschil. Toch passend en wikkend pruimend op 't pitje der kaars bleef-ie in berekening tot-ie bijna van verrassing gilde. Z'n knutselende vingers hadden den knop van Amélie's parachute aangeraakt. Nagenoeg gaaf veerde de parachute uit de stang. 't Leek niet te gelooven. Eergisteravond was-ie 'n kuiken geweest, 'n logisch-redeneerend kuiken.

’t Nachtlichtje brandde flauw en begon te kwijnen; de olie in ’t glas was verbrand, ’t pitje spatterde met korte kleine, heftige knallen en streed al knetterend om zijn leven. Een paar malen nog lichtte het, met een zwakken weêrschijn, van de opflikkerende vlam, door ’t vertrek

In optocht trokken de verschrikte menschen naar het beeld van San Pasquale onder den steenen baldakijn en kusten hem de hand. Een oude vrouw droeg heel voorzichtig iets, dat ze met een groene parapluie beschermde. Het was een glas, gevuld met water en olie, waarop een pitje dreef dat met zwakken glans lichtte. Dat plaatste zij vóór het beeld, en daarna zonk ze er voor op de knieën.