United States or Mexico ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ook te Molkwerum fungeerden meisjes van 12 tot 15 jaar als Pinksterbloem; te Franeker, Bolsward en Makkum was het een kleine jongen, die in een zoogenaamden tempel liep, een soort bijenkorf, samengesteld uit hoepels en stokken en met groen behangen. Te Vriezenveen werden op 2en Pinksterdag de kleinste meisjes met groen behangen en onder een groot schort van huis tot huis geleid.

Maar neen, dat was immers niet mogelijk; waarom zou zulk een lieftallig jong wezen tranen storten op zulk een heerlijken Pinksterdag? En inderdaad, toen de geestelijke den zegen had uitgesproken, en de gemeente den slotzang aanhief, sloeg zij hare oogen rustig en vroolijk op. Bij het naar huis rijden vermaakte Liesje zich met het bonte gewoel op den weg.

Op den tweeden Pinksterdag van het volgend jaar waren de bedevaartgangers naar het Duinendaalsche bosch zoo talrijk als ooit te voren. Des ochtends was de lente hun genadig geweest, en toen zij des avonds huiswaarts keerden, favoriseerde hen de vaderlandsche Mei met eene gematigde November-koelte. Meer konden zij billijkerwijze niet verlangen.

De Poema del Cid eindigt echter even plotseling als zij begon: Zoo kwamen bei zijn dochters dus tot groote eer en macht, En op den troon van Spanje zit zijn roemrijk nageslacht. Steeds grooter werd zijn eedle naam, roemruchtiger zijn zwaard, Tot op een schoonen Pinksterdag hij scheidde van deez' aard.

Eens op eenen Pinksterdag er waren vele groote heeren in Bouillon ging de edele vrouw, IJda, ter kerke, en lang bleef ze weg. Daarom schreide het kindje Eustachius van honger, zoodat eene andere vrouw het uit medelijden voedde. De edele IJda kwam in haar paleis, en zag, wat er geschiedde. "Ach, vrouw," riep ze, "wat hebt gij gedaan. Nu zal mijn kind, Eustachius, zijne waardigheid verliezen."

Volgens den Gelderschen Volksalm. van 1837, bl. 106 plaatsten de jongelieden op Pinksterdag een strooman, potsierlijk uitgedost, op een kar en reden het dorp rond. 's Nachts krijgen de meisjes, "die zich zoo taai als leêr houden, of van vrijers veranderen als van handschoenen", dien strooman op het dak; soms wordt hij ook aan den hooiberg bevestigd.

Vrouwtje, als gij niet deugen wilt, Dan zullen wij u gaan verkoopen. Dan gaan wij naar het groene woud, Daar zingen de vogeltjes jong en oud, Keert u es om, Draait u es om, Vierge, vierge Pinksterblom. Wie doet nu eigenlijk dienst als Pinksterbloem? Wie verbeeldt den vruchtbaarheidsgenius? Welken eigenaardigen vorm neemt het vegetatiegebruik op Pinksterdag aan?

En zoo was nu de Eerste Pinksterdag aangebroken; voor de huisdeur stonden twee lichtgroene Meiboomen, als kaarsen zoo recht, en van de bovenste takken waaiden roode linten in den warmen lentewind; de duiven zaten allen naast elkander op het dak, en kirden en koesterden zich, en Peter, die van zijne zitplaats de vurige bruinen in toom hield, had ook een rood lint om zijne zweep gewonden.

Welnu! zulk een gedruisch vervulde het gebouw, waar de discipelen bijeenzaten op den Pinksterdag; het was Gods Geest, op aarde nederdalende in het ruischen "als van eenen geweldigen gedrevenen wind". Maar dit symbool der kracht Gods, zoo onzichtbaar, zoo geducht, is het ook niet een schaduw zijner weldadigheid?

In Anhalt worden op derden Pinksterdag des namiddags de paarden en koeien schoongemaakt en de geiten gemolken; en zoodra de koeherder op den boerhoorn blaast, verzamelen zich allen met hun vee vóor het dorp. In plechtigen stoet, de paarden voorop en de ganzen het laatst, gaat het dan naar de pinkstweide, door den "Dorfknecht" afgezet en ieder weidt zijn vee.