United States or Belize ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Hoe kom jij zoo eensklaps uit de lucht vallen, Karel?" was de vraag van den verbaasden Dirk Pietersz. "Ik ben zoo straks met Zijne Hoogheid van Leiden gekomen, daar hij afscheid wil nemen van Hare Koninklijke Hoogheid de Prinses Royaal, eer zij naar Engeland gaat." "En die van morgen vroeg reeds vertrokken is," zeide Marie, "Je bent dus te laat gekomen, Karel." "Dat zijn wij.

Het meisje droogde hare tranen af. "Uwe Hoogheid!" riep zij uit. "Ik ben de zuster van Pieter Pietersz. Mijn arme broeder zit in de gevangenis." "In de gevangenis? Wat heeft hij dan gedaan?" "Niets, Uwe Hoogheid! Niets." "Maar men zet iemand toch niet in de gevangenis, wanneer hij niets gedaan heeft." "En toch is hij onschuldig, Uwe Hoogheid." "Onschuldig, en in de gevangenis.

Wat mij betreft, ik ben hier aan boord zooveel als schipper en ik heet Pieter Pietersz. Hein, als je 't niet en weet! En nu, zoekt wat te doen, ik wil je groeten; want ik heb ook mijn werk! Adjuus!" "Wat 'n aardig man is dat! Die lijkt me!" zeide Marten. "Dat wil ik wel gelooven," antwoordde ik.

Hij zag, hoe dikke tranen hem door de vingers rolden. »Marten," zei hij zacht, en hij deed zijn best om iets te bedenken, dat hem troosten kon. »Marten!" herhaalde hij. »Marten!" En even later liet hij er op volgen: »Misschien heeft Willem Pietersz het mis gehad. In zijne verbijstering kan hij zich gemakkelijk vergist hebben..."

Het was dan ook een noodeloos waagstuk; want een mensch mag niet zoo met zijn leven spelen. De Prins van Oranje had zich intusschen weder bij De Ruyter gevoegd. "Mijnheer de Luitenant-admiraal," begon hij, "Uwe Edelheid heeft aan uw boord een zekeren Pieter Pietersz, niet waar?" "Die mij door Uwe Hoogheid is aanbevolen?" "Juist, dezelfde. Hoe maakt hij het? Past hij goed op?" "Uitmuntend.

Soete meysken, dat verslagen Dus beroyt loopt en ontkleet, Ick moet v hier eenmael vragen, Wat is de oorsaeck van v leet? Meysken segt my toch de reden, Wie ghy syt en hoe ghy heet. D. Pietersz. Pers.

Spoorslags reed men naar de werf, waar alles nog groen gemaakt en versierd was als het dien morgen was geweest ter eere van den Prins. Hier hield een der Heeren der Admiraliteit een toespraak tot het werkvolk, waarin hij hun mededeelde, hoe de ware schuldige ontdekt en hoe nu de brave Pieter Pietersz in zijn eer hersteld was.

Hier Olfert! gij met drie jongens achter de kerk: gij, Piet Pietersz. met drie anderen ginds om den hoek achter 't Begijnhof, ik blijf hen met de overigen hier afwachten: wij trekken samen terug: zij vervolgen ons, en als zij voorbij zijn, dan springt gij van weerszijden uit uwe schuilhoeken voor den dag en toffelt hen op den rug, dat zij voorover buitelen."

Hij gaf met Pieter Pietersz. van deze bekwaamheid in den jare 1605, in de nabijheid van 's Gravenhage, eene proeve in tegenwoordigheid van Prins Maurits, diens broeders Frederik Hendrik, van de Graven Willem en Ernst van Nassau, van vele Edelen en andere personen. Welke proefneming hij in het volgende jaar buiten Amsterdam herhaalde, in tegenwoordigheid van vele menschen.

Dit werkte; want noch de ouders van Schaeck, noch die van Berkheij, noch die van Olfert of Piet Pietersz. waren lieden, wien 't erg zou geschikt hebben, om den wille hunner baldadige jongens drie gulden boete te betalen; waarom zij hun dan ook het vechten wel streng verboden; maar met dat al was tusschen de knapen de wrevel niet geweken en meermalen had men Schaeck hooren zeggen, dat borgen geen kwijtschelden was, en dat hij zijn leed nog eens geducht op Berkheij zou wreken.