United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Minder gelukkig was Simon in zijne pogingen tot hervorming van Pheidippides' broertjes, Philoxenos en Amynias. Zij zaten vol ondeugende streken. Zoo vaak zij naar school gingen, hielden zij niet, als het behoort, het hoofd gebogen, de oogen ter aard gericht, de armen en handen in de plooien van hun kleed verborgen, maar zagen brutaal om zich heen, niet eens blozend wanneer een oudere hen aansprak.

Wat hem bijzonder in Demetria aantrok, was de harmonische vereeniging van kinderlijkheid en levensernst, die hij in haar opmerkte; het eene oogenblik kon zij heel verstandig zitten praten over haar voormalig prettig leven op het land, om onmiddellijk daarop in dolle uitgelatenheid blindemannetje te spelen met haar broertjes Philoxenos en Amynias en daarbij menige buil en schram op te doen.

Amynias jubelde luid terwijl Philoxenos, zijn gehavenden haan onder den arm medenemend, afdroop, onderwijl het dier op eene vervaarlijke wijze in het oor schreeuwend, opdat het niets vernemen zou van het triomfgekraai zijns overwinnaars.

De toeschouwers verdwenen en Simon wenschte Amynias geluk met de zegepraal zijns haans, waarop de jongen met tintelende oogen antwoordde: «Ziet ge wel dat de mijne het gewonnen heeft? Philoxenos zeide dat het niet mogelijk was, omdat hij den zijnen Achilleus genoemd heeft en ik den mijnen Hektor.

Nader komende bespeurde hij, dat het aanzienlijkste gedeelte daarvan uit knapen bestond, die met de grootste aandacht getuigen waren van een door Demetria's beide broertjes, Philoxenos en Amynias, georganiseerd hanengevecht.

Het feest was slechts een oogenblik verstoord door het ongevraagd binnentreden van een tammen aap, welken de jeugdige Philoxenos en Amynias zich op het voorbeeld van den Molossischen hond huns broeders sedert eenigen tijd hadden aangeschaft.

Maar Demetria was een allerliefst meisje, het type eener Atheensche jonkvrouw, zedig en bescheiden en in niets belangstellend dan in huiselijke zaken. Verder waren er nog twee jongere broertjes van dertien en veertien jaar, Philoxenos en Amynias, in wie de aard van den stamhouder scheen te zitten en die zich reeds nu met allerlei kattekwaad bezig hielden.