United States or Cuba ? Vote for the TOP Country of the Week !


Phidias, Pheidias, Athener, zoon van Charmides, leerling van Hegias en Ageladas, de beroemdste kunstenaar uit den tijd van Pericles, wiens vriend hij was, en die alle groote werken tot verfraaiing van Athene door hem of onder zijne leiding liet uitvoeren.

Phidias brak met die opvatting. Hij beeldde zijn goden uit als menschelijke wezens, maar grootscher en met meer majesteit dan de stervelingen.

In de buitenlucht, onder den helderen blauwen hemel, stond een ander standbeeld van Athene, dat zelfs grooter was dan het beeld op het Parthenon. Dit was vervaardigd van het Perzische brons, dat bij Marathon veroverd was. De kunstenaar, aan wien de glorie van de Acropolis te danken is, was Phidias.

Het beeld der godin, 12 meter hoog, uit goud en ivoor bewerkt, was het meesterwerk van Phidias. Op de uitgestrekte rechterhand droeg zij het zes voet hooge gevleugelde beeld der Overwinning. De gouden mantel der godin werd omstreeks 300 door zekeren Lachares, volksmenner en vervolgens tyran te Athene, geroofd.

Wel vond hij verbitterden tegenstand bij de aristocratische grondeigenaars en bij de boeren, die van een oorlog de grootste schade zouden ondervinden; wel trachtten zijne tegenstanders, die hemzelf niet durfden aanvallen, aan hunne verbittering lucht te geven door aanklachten tegen Anaxagoras, Aspasia en Phidias, maar P., steunend op het vertrouwen van het volk, hield vol en, hoe moeilijk de tijden ook waren, het bleef naar hem luisteren.

Ook kan men die indrukwekkende monumenten van de werkzaamheid en vindingrijkheid van het oude Egypte, de Pyramiden en de Sphinx, tot een ouden tijd terugbrengen, werken, welke evenveel welsprekendheid, zoowel in proza als in poëzie hebben doen ontstaan, als de Monna Lisa van Leonardo da Vinci en de beelden van Phidias.

Ongetwijfeld hebben wij hier slechts eene kopie voor ons, waarvan het origineel waarschijnlijk zelfs niet tot het schitterendste tijdperk der grieksche plastiek behoorde: maar toch mogen wij veilig aannemen, dat in dezen heerlijken kop nog iets althans is overgebleven der goddelijke inspiratie, die Phidias bezielde, toen hij zijn olympischen Zeus schiep, waarvoor de gansche oudheid als in aanbidding nederknielde.

Mijn paarden zochten in de zon het oord Van hun geboorte, waar zij voortaan vrij Van arbeid zullen leven, bloemen grazend Van een plantaardig vuur; en waar mijn wagen, Gelijk de maan, zal staan binnen een tempel, Bestaard door beelden, als van Phidias, Van u, en Asia, en van de Aarde, en mij, En u, lieflijke nymfen, die de liefde Die wij gevoelen in uw blikken draagt, Als een gedachtnis van de tijdingen Die hij gedragen heeft, onder een koepel, Versierd met beitelwerk dat bloemen nabootst, In evenwicht op twalef zuilen van Schittrend gesteent, en open naar den hemel, Die hel en lieflijk is.

Markten, die in lateren tijd aangelegd waren, waren gewoonlijk vierkant, door zuilengangen omgeven, en met tempels, standbeelden e. dgl. versierd. Agoracritus, Agorakritos, beeldhouwer van Parus, leerling van Phidias.

Daar ligt hij, uitgestrekt tegen de helling eens heuvels, als aan den zoom der jonge planeet, naakt op den naakten bodem, waaruit hij zooeven geboetseerd werd; daar ligt hij, in zijne onvergelijkelijke, onvergankelijke schoonheid de type der hoogste menschelijke volkomenheid: een beeld, zoo heerlijk dat, volgens de uitspraak van Cornelius, na Phidias geen tweede daaraan gelijk is vervaardigd geworden.