United States or British Indian Ocean Territory ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zijn aanschijn was als van een man die leed: 't Leek of hij tegen eigen wenschen vocht, Wijl, 't hoofd omlaag, of hij te mijden zocht Der menschen blik, hij zuchtend verder schreed. Hij zag me, en bij den naam riep hij mij toe, Zeggend: "Ik ben uit dit ver oord gekomen, Waar door mijn wil de Liefde uw harte bindt; En 'k peins waar 'k nieuwe vreugden voor u vind."

Met zuchten zwaar beklage ik mijnen nood, Wanneer mijn geest, van droefenis bevangen, Herroept het beeld dat dus mijn hart verscheurt. En dikwijls wen ik peins over den dood, Welt in mij op zòò smachtend-zoet verlangen, Dat mijn gelaat reeds als ten doode ontkleurt.

Niemand, zelfs niet mij zelve, en hoe ik ook peins, ik zou niemand weten van wien ik zou mogen denken dat hij mij liefhad.... Maar waarom versmaadde Dion mij, hij, dien ik zou innig...? Dwaze, die ik ben! Waarom koos Antonius Cleopatra boven Octavia, die niet minder schoon was en wier hart hem toebehoorde, en die de heerschappij over de geheele wereld in hare hand had?"

J. P. van der Werf, Onderwijzer te Peins. H. S. Westerbaan, Bakker te Arum. S. H. Wiarda, Lid van den Raad van Baarderadeel te Bozum. P. van Wicheren Hz., Boekhandelaar te Groningen. 6 ex. Mr. C. Wichers Wierdsma, Grietman van Hennaarderadeel te Wommels. J. H. Wierenga, Onderwijzer te Burum. Mr. A. G. van Velsen Wiersma, Secretaris der stad Harlingen. Harmen K. Wiersma, Landbouwer te Hichtum.

Peins, doghedi dor di enich verdriet, Doe hi hem vanghen ende crucen liet, Int herte steken metten spere? In dien toon gaan de volgende coupletten voort: het is uwe moeder, de Heilige Kerk, wier behoud het geldt; God lijdt gij leeft in weelde; Gods vijanden hebben te Acre kloosters en huizen vernield, het volk gedood. Christen! trek op, den hemel kunt gij winnen, indien gij die schande wreekt.

Maar ze zocht uitvluchtsels om hem de waarheid minder hard te maken: Ge moogt me niet stooten en bezeeren. Ik wil tot het ende alles zeggen. Ik wil dat ge van zelf, doch zonder haat, weggaat van hier. Ik begrijp u niet. Peins dan niet meer op mij. Ik heb u nooit geerne gezien, en Bella alleen ziet u geerne ... ja, Bella, het arme kind.... Waarom moest ik u mij onttrekken en u verwijderen van haar?

Het is zoo'n raar volk in dit mijndistrict!.... Neen, ik zou niet gerust slapen!" "Misschien hebt ge gelijk," antwoordde Cyprianus, die de aarzeling van den grijsaard wel begreep. "Maar wat dan te doen?" "Daar peins ik juist over," hernam Jacobus Vandergaart, die gedurende eenige minuten stilzwijgend bleef zitten. "Luister," zei hij eindelijk.

En deze begeerte koesterde hij in hooge mate. "Ik zit met het hoofd in de hand en peins.... Wanneer ik ooit voor het oog van de wereld schitteren zal, men danke het dit oogenblik!" En hij weifelt lang tusschen Diogenes en Alexander, tusschen Rousseau en Napoleon, tusschen het verhevene en het verheven schijnende!

De oude mevrouw zweeg lang, zoodat Ida begon te vreezen, dat zij door haar nieuwsgierigheid haar goede grootmoeder smart had aangedaan; zij keek bedrukt van haar werk op en staarde in de grillige vlam van het turfvuur in den wijden schoorsteen. »Kind, waar peins je over? Gustaaf is verdiept in zijn courant, waarvan hij al het nieuws voor zich houdt; en jij, praatgraag, zegt niets

Hoe meer ik hierover peins, in 't bijzonder over de vele oorzaken, die ons oordeel kunnen wijzigen, hoe meer ik overtuigd raak, dat, uitgezonderd de door niemand betwijfelbare stoffelijke en abstracte feiten, alles verder slechts meening of redeneering is. En zooals bekend, kan men tegenover de eene redeneering steeds de andere stellen.