United States or Cocos Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als een streng muzelman, die zijn hoofd niet mag ontblooten, was hij al heel blij, weer een hoofddeksel te hebben. Welken indruk dat tooisel op mij maakte, scheen hem totaal onverschillig te zijn. Hij knielde op den grond en scharrelde in alle potjes en pannetjes. Wat zoekt gij toch? vroeg zijn schoone wederhelft. Een flesch om het kwikzilver voor den Effendi in te doen. Hier is er een!

Wij zagen er vrouwen met gouden ringen door den neus zoo groot en breed als een flinke bracelet; wij zagen er de markt met alles wat er te koop is en die vele verschillende kleurlingmannen en vrouwen, om van dat alles te koopen en wij zagen er verschillende café's en restaurants, waar het geheele menu, in tallooze potjes en pannetjes aan den weg bereid en gekookt werd.

"Ik zal het uwe straks gaan halen." "En welk gebit wilt ge in zoo'n mond aanleggen?" "Dat zult ge spoedig zien." De Chinees had antwoord op alles, een deksel op alle pannetjes, zooals men zegt, en bij hem volgden de daden al heel spoedig op de woorden.

Daar lag nog een dikke laag sneeuw, die helaas de spleten onzichtbaar maakte en daardoor gevaar meebracht, terwijl ze natuurlijk ook onzen gang vertraagde. .... Wij moesten het nu doen met vier beschuiten per dag ieder en met twee pannetjes zeer dunne soep. Op 26 Januari om vijf uur in den morgen kregen we een ontbijt van half geweekte maïs, ons laatste vaste voedsel.

Toen zij tegenstribbelde trok hij haar naar binnen, en daarbij ging de band los, die haar rokken hield, en de pannetjes vielen er uit, zoodat de soep stroomde en de brokken over den vloer rolden. Toen dat gezien werd, gaf het een algemeen gelach en spotterij, en zij schaamde zich zóó, dat zij liever honderd voet diep onder den grond had gezeten.

Die zullen ons naar het dépôt A. moeten brengen, dat 144 kilometer meer naar het Noorden is gelegen. Trots kou en honger en zwakte legden wij toch menigen dag meer dan twintig mijlen af. In die periode bestond ons rantsoen uit twee pannetjes thee, een pannetje slappe cacao, drie vierden van een pannetje soep en gekookt vleesch en vier beschuiten.

Een koperen pot vol gloeiende kolen op den drempel, waarin de ijzers staken. De aarden potjes en pannetjes, de vaatjes en vaasjes op de tafel en de tonstrix achter het te kappen hoofd, altijd bezig, den heelen morgen. Altijd op haar beenen. Altijd met een aardig woordje tegen de meid. De tonstrix van Gymnazium bracht iedere meid, des morgens, in goed humeur.

Van de kostelijke spijzen, die werden uitgedragen kreeg zij nu een deel van de bedienden voor haar pannetjes, en zij wilde er meè naar huis gaan.

Maar je weet wel zoo wat, wát er zijn kan. Je denkt in ééns an de juffrouw met 'n gepletten neus en rullig rood haar, die overdag praatjes sabbelt met den m'nheer van benee over de waterleiding die niet loopen wil-as-dat 't 'n schandaal is. Ook in de keuken er naast zie je licht en gele plankjes met kastranden en glimmende koperen zaken en blauwe pannetjes. Verderop is 't alles prachtig.

Zij sprong naar de deur om te ontvluchten, maar op de trap haalde haar een man in en bracht haar terug; en toen zij hem aanzag was het koning Lijsterbaard zelf: hij sprak haar vriendelijk toe: »Wees niet bevreesd, ik ben de speelman, die met je in het arme huisje heeft gewoond: uit liefde voor je heb ik mij zoo vermomd, en de huzaar, die je pannetjes stuk reed, was ik ook.