United States or Cameroon ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze had zich, na het verlaten van den landdag, naar een kleine stins begeven, op een paar uren afstands van het Gaasterland nabij het dorp Caudum gelegen, en Awert-state genaamd. Op dit gebouw, hetwelk sedert lang in het bezit van zijn geslacht was, was door hem een pachter geplaatst, onder voorbehoud echter van een paar vertrekken voor zich en de zijnen.

Ze wist niet dat pachter Micauld, de naaste buurman van Toulemaire, haar heeft bemerkt en in zijn woning gebracht. Ze weet het niet hoe ze telkens knarsetandend is opgevlogen, terwijl ze gedurig, maar ook al doffer en doffer, haar woord van dien morgen herhaalde: "Beulen, moordenaars!"

En zoo gebeurt het, dat eene wezenlijke bloem van schoonheid, van voornaamheid en bekoorlijkheid op de grenzen der woestijn bloeit. En zoo was het ook hier het geval met de dochter van den pachter John Watkins. Cyprianus had dat alles overwogen en, daar hij recht op het doel afging, zoo had hij geen oogenblik geaarzeld, om zijn aanzoek te doen. Helaas, zijn schoone droom was thans geëindigd.

Hij had zich van zijn rooden reismantel ontdaan en vertoonde zich nu aan mij in het eenvoudige gewaad van een land-edelman of gegoeden pachter.

Neen! een diamant van die waarde zou niet gemakkelijk van de hand te doen zijn. Toch was de pachter niet gerust, en had veel willen geven, ja zeer veel, indien Cyprianus hem niet aan den ouden diamantslijper had toevertrouwd.... of tenminste dat de oude diamantslijper reeds in Grikwaland teruggekeerd ware met dien kostbaren steen!

De pachters, zes en vijftig in getal, hebben het uitstekend; hun huizen zijn geriefelijk ingericht met een acre tuingrond erbij, terwijl buitendien ieder pachter nog twee-en-een-halve acre jaarlijks in gebruik krijgt, om voor eigen gebruik groenten te telen, waarbij de patroon, Senor Donoso, hun gereedschap en paarden ter leen geeft.

Als zoodanig zoude optreden een beminnenwaardige juffrouw van Bambel, die de boezemvriendin van Hulda was. Haar vader, de pachter Helmboë, stond aan het hoofd van een der voornaamste gaards van de geheele provincie. Die brave en werkzame man was lang niet onbemiddeld.

Naarmate de man woedender wordt, blijft het dier rustiger liggen; eindelijk blijft het onder den voet van den pachter liggen zonder eenig teeken van leven te geven, met de tong uit den bek, en de oogen gesloten, totdat zijn beul hem laat liggen in het denkbeeld, dat het dier dood is. Doch neen! het is niet dood.

Hij stond een cliënt te woord, een stijfhoofdigen Norfolkschen pachter, die zijn eigen landheer, wegens een klein verschil, een proces wilde aandoen, en met zijn zaakwaarnemer bij hem was gekomen om hem daarover te raadplegen. Geoffrey had hem met eenige korte, duidelijke woorden de ongerijmdheid van de geheele zaak aangetoond en hem sterk een minnelijke schikking aangeraden.

»Neen, zeker niet, daar het loterijbriefje van Ole Kamp zich thans in handen van dien ellendeling, dien Sandgoïst bevindt. Het gaan naar Christiania is dus overbodig." »Het was de wil van Ole Kamp!" antwoordde Sylvius Hog, »en diens wil moet geëerbiedigd worden." »Daar is wel iets van aan." »Niet iets, maar dat behoort de geheele beweegreden te zijn, pachter Helmboë."