United States or Estonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Seerp Van Adeelen, wiens goederen aan de abdij van Bloemkamp paalden, had dit gesticht zijn bijstand toegezegd, en Lidlum werd met een vernielingsoorlog bedreigd, toen de Abt van Sint-Odulf aan de twistende partijen zijn bemiddeling in de gerezene geschillen door het orgaan van broeder Syard liet aanbieden, aan welken laatste het werkelijk gelukte, door zijn krachtige vertoogen en de herhaalde gesprekken, welke hij met de beide kloostervoogden en met Adeelen hield, de verzoening tusschen hen te bewerken.

Op zekeren avond was de geheele familie in de woonhalle vergaderd, de koeien loeiden in de stallen, die aan het huis paalden, de groote hond liep van Reinilde naar Bertha en een knetterend vuur brandde in den haard.

Die in de hooge marken gezeten waren, welke aan de Twisklanden paalden, werden Saxmannen geheeten, uithoofde zij altijd gewapend waren tegen het wild gedierte en de verwilderde Britten. Daarenboven hadden wij de namen Landzaten, Marzaten en Hout- of Woudzaten. Geheel den zomer had de zon achter de wolken gescholen, als wilde zij de aarde niet zien.

Ten oosten paalden wij tot het uiteinde der Oostzee, en ten westen aan de Middellandsche zee, zoodat wij buiten de kleine rivieren wel twaalf groot zoetwater stroomen hadden, ons door Wralda gegeven om ons land vochtig te houden en om onze zeevaarders den weg naar zijne zee te wijzen.

Aan dien toren grensde een half houten, half steenen huis, hetwelk door den pachter en zijn huisgezin betrokken werd en waaraan eenige lagere gebouwen, als de schuur, de stal, de bakkerij en dergelijken paalden.

Verder nog er naast waren de strepen wintergras, als de kortgeknipte schedel van een onderaardsche reus, afwisselend van éen tot tien meter breed, waarbinnen de dikke stammen van de overgroote iepen zich als knoestige zuilen in wijde rijen paalden. Achter de boomen stonden, schraal, de ijzeren en houten hekken van de zes, zeven buitens aan elken kant, tot aan het eigenlijke dorp.

Nele sprak tot Uilenspiegel: Laat heur, zij wil het; wij zullen de karolussen redden. En zij togen henen; Katelijne liep rond Soetkin en sprak: Maak open: mijne ziel wil er uit! En Soetkin, met strakke oogen, keek heur aan zonder heur te zien. De hutten van Klaas en van Katelijne paalden aaneen, die van Klaas stond wat achteruit en had een hofje van voren.