United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


In behagelijke praal zat op dezen zetel een vroolijke Reus, grandioos om te zien, die een brandende toorts vasthield, in gedaante niet ongelijk een hoorn des overvloeds, en die haar hoog ophield, om haar licht op Scrooge te laten vallen, toen hij het hoofd voorzichtig om de deur stak. "Kom binnen," riep de Geest uit. "Kom binnen! en leer me wat beter kennen, menschenkind!"

Annona, de jaarlijksche opbrengst der akkers, als godin afgebeeld met den hoorn des overvloeds in de eene en korenaren in de andere hand. In het bizonder werd aldus het koren genoemd, dat de senaat in Sicilia en Africa op staatskosten liet opkoopen, om aan minvermogende burgers om niet of tegen lage prijzen uit te deelen.

De andere, met een sluier om het hoofd, en in een soort van peplum gedrapeerd, draagt een hoorn des overvloeds in hare hand; ook in dit beeld is het egyptische karakter niet te miskennen, maar toch veel minder sterk uitkomende.

"Dan zal ik van mijn zak een hoorn des overvloeds maken," zei Nel en schudde het lekkers zoo ver mogelijk naar voren, terwijl ze haar hand er als een presenteerblaadje onder hield. "Eerst mogen onze gasten kiezen. Die nemen natuurlijk beiden hetzelfde. Tweelingen kunnen "onmogelijk" anders." "Neen," zei Bob, "dat hoeft toch niet.

Terwijl Serapis een van de gewichtigste goden uit dezen tijd was, kunnen wij Horus het Kind een van de meest geliefde godheden noemen. In de eerste eeuwen der Christelijke jaartelling zien wij hem als kind afgebeeld, soms in een lotusbloem, bij een andere gelegenheid in een schip, of op een boom gezeten, als volgeling van den zonnegod; vaak draagt hij een hoorn des overvloeds, of een kruik.

Heeft tijd en oudheid dus Josefs weldaden groot Uit uw gemoed gewischt? denkt, hoe uit zijnen schoot Egypten werd gespijst, toen over zijn limieten Zijn horenen den Nijl maar jaarlijks twaalf cubieten In zeven jaar verhief, en zelf de hemellocht Die weigerden zoo lang haar tranen koel en vocht, Toen u vrouw Ceres, laas! wat zij ook ploegde of zaaide, Met geene zeissen krom in zeven oogsten maaide, Toen t' elken in den oogst den droeven akkerman Vervloekte ploeg, en zein , dorschvlegel, eg en wan, Toen 't heele Ceresgild schier niet dan stroo en stoppel In schoven zamenbond, in bondels en gekoppel: Toen loech elk Josef toe, toen was hij 's Konings beeld, Zoolang hij vaderlijk het graan heeft uitgedeeld, Toen hij zoo vriendelijk de stralen van zijn oogen Op iegelijken wierp, en niemand heeft onttogen De vrucht zijns overvloeds; toen zijne volheid plein, Gelijk de zonneschijn, een ieder was gemein . O Josef! al te slecht hebt gij gevoed te veuren De wolven, die nu 't schaap van Israël verscheuren; Uw mild weldadig hart, dat gij hun hebt betoond, Wordt ons met tyrannie al t' onverdiend beloond: Hadt gij ons vaders toch geweigerd deze gaven, En langen tijd met hun vóór onzen tijd begraven!

Een Oost-Indievaarder op de kust is een belangrijk nieuws; want aan honderd derzulken hangt het lot van duizenden en tienduizenden, hangt schier het lot van ons volk. Als hij Texel is binnengeloodsd, dan stort hij zijn' hoorn des overvloeds in den schoot van het dankbare Vaderland leêg.

Kortom, waarheen wij onze blikken ook wenden, overal blijkt het, dat de gulden middenweg midden door Europa loopt. De natuur heeft Europa nergens geheel verwaarloosd, maar ook nergens den hoorn des overvloeds verkwistend over haar uitgestrooid. En juist in deze gematigdheid, die bij de Europeesche schepping heerscht, ligt hare eigentlijke kracht.

Hier ziet men hardsteenen gevels: daar is aan Benthemer of Bremer, meest aan gebakken steen, de voorkeur gegeven: hier zijn het Tritons of Nereïden, daar Dolfijnen en zeepaarden, leeuwen, beren, adelaars en griffioenen, elders hoornen des overvloeds, overal snij- of krulwerk, dat dien gevel bekroont. Langs statige dubbele stoepen, voorzien met pracht van leunen, Die hun adel ondersteunen,