United States or French Guiana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hemme, Hemmo is de oud-friesche mansvóórnaam, die aan den geslachtsnaam Hemmes ten grondslag ligt. Reeds onder de oud-germaansche namen by Förstemann vermeld, is Hemmo nog heden in de friesche gouen geenszins zeldzaam als mansvóórnaam in gebruik.

Zeer talrijk zijn de geslachtsnamen op ma eindigende, en waar de oud-friesche tweede-naamvalsform op a van den mansvóórnaam, die aan den geslachtsnaam ten grondslag ligt, in eene toonlooze e is overgegaan; b. v. Ekema, nevens Ekama. Zie hier eenigen van die namen als voorbeeld: Attema, Aukema, Balkema, enz.

De volgende geslachtsnamen, allen in Groningerland inheemsch, mogen als voorbeelden der sema-namen gelden: Ausema, Bansema, Brondsema . Deze namen zijn allen patronymika van oud-germaansche, grootendeels bepaaldelik oud-friesche mansvóórnamen. Maar van Ilpsema is de oorsprong my duister. Franssema is van Frans afgeleid, dat weêr eene verkorting is van den kerkeliken naam Franciscus.

Talrijk zijn deze namen in Friesland juist niet, vooral niet in vergelyking met de geslachtsnamen die uit eenen plaatsnaam met het voorzetsel van samengesteld zijn, en ook met die friesche geslachtsnamen, welke eveneens geformd zijn door achtervoeging van die oud-friesche a, maar dan achter eenen mansvóórnaam. Zie Een en ander over friesche eigennamen, in De Vrye Fries, dl.

Van de vele oud-friesche patronymika op ia eindigende, zijn de volgenden nog als hedendaagsche geslachtsnamen in leven. Al deze patronymika zijn ook weêr van oud-germaansche mansvóórnamen ontleend, waarvan eenigen nog heden by de Friesen als zoodanig in gebruik zijn; b. v. Botho of Botte, Bruno of Bruin, Dodo of Doede, Sine, enz. Over Groenia, Groeninga, afgeleid van Gruno, zie men bl. 29.

Of onder hen wel vele Gentsche poorters zich bevonden, dit was zeer te betwijfelen; want het grootste gedeelte droeg vuile, gescheurde kleederen van vreemden vorm, en geleek aan eenen zwerm landloopers of bedelaars. Eveneens kon men benden herkennen, samengesteld uit mannen die men tusschen de oud-Friesche bevolking van het Waasland had aangeworven en bijeengeraapt .

De omstandigheid dat deze oud-friesche na-form in geschriften uit de 15de en 16de eeu dikwijls vervangen wordt door den nederlandschen tweeden-naamvalsform op en, legt veel gewicht in de schaal ten voordeele van deze zienswyze.

Deze korte namen drukken in der daad eenen byzonderen stempel op de geslachtsnamen van dit gewest. Zie hier eenigen uit dat groote getal namen, als voor de hand opgenomen: Nan, Rem, Kos, enz. Meestal zijn deze namen te verklaren als zeer versletene formen van oud-friesche mansvóórnamen, die in 't eigenlike Friesland nog in vollere formen voorkomen, en nog in dageliksch gebruik zijn.

De geslachtsnaam Berga b. v. beteekent in letterlike vertaling: Van Berg. Deze zelfde naam komt als Boska en Buska, nog in zuiver oud-friesche spelling, in de friesche gouen beoosten Eems voor. Voorda en Voerda komen van het oude woord forth, ford, voorde, doorwaadbare plaats in eenig water.

Zy hebben deze eigene nieue patronymika, die hunnen oorsprong vinden in de wetten en regels der oud-friesche taal, boven en behalven al de andere algemeen-nederlandsche formen van nieue patronymika, die ook allen onder hen in geslachtsnamen voorkomen, gelijk in de vorige bladzyden herhaaldelik aangetoond is.