United States or Nigeria ? Vote for the TOP Country of the Week !


A. von Humboldt heeft hem nagegaan aan de oevers van den Orinoko. De gebroeders Schomburgk vonden hem in twee verschillende districten van Britsch Guyana: het steenachtige Kanoekoe-gebergte en de zandsteenrotsen van de Wenamoe; op beide plaatsen is hij veelvuldig en leeft hij gezellig, maar vermijdt beslist alle betrekkingen met andere Vogels.

Deze Vogel, die niet geheel ten onrechte met een grooten, bevederden Vlinder vergeleken werd, leeft in het noordelijk deel van Zuid-Amerika, van Guyana tot Peru en van Ecuador tot aan de provincie Goyaz in Middel-Brazilië, aan de zeekust of aan rivieroevers; vooral is hij veelvuldig aan den Orinoko, den Amazonenstroom en de rivieren van Guyana.

De Capybara is over geheel Zuid-Amerika verbreid; van den Orinoko tot aan de La Plata, van den Atlantischen Oceaan tot aan de oostelijke uitloopers van de Andes bewoont zij lage, boschrijke, moerassige gewesten, vooral rivieren, meeroevers en moerassen.

Bij een 3 M. langen Lamantijn, die hij in Carrichana, aan den benedenloop van den Orinoko, ontleedde, merkte hij de volgende bijzonderheden op: De met een zeer fijne huid bekleede bovenlip, die voor het tasten dient, vertoont een hoogst eigenaardige samenstelling.

"Des avonds," verhaalt A. Von Humboldt, "kwamen wij den mond van den Caño del Manati voorbij, zoo genoemd wegens het verbazend groot aantal Lamantijnen of Manatis, die ieder jaar hier gevangen worden. In den Orinoko beneden de watervallen, in de Meta en in de Apoera zijn zij zeer veelvuldig." De levenswijze van den Lamantijn is ten naastenbij gelijk aan die van de andere Sirenen.

Deze soort is tot dusver met zekerheid slechts van den bovenloop van den Amazonen-stroom en van den Orinoko bekend. De Lamantijn bewoont de oostkust van Florida, de kusten van de Groote en Kleine Antillen, den Magdalena-stroom en de oostkust van Zuid-Amerika en hare rivieren tot bezuiden de Noordkaap, vooral echter Suriname. Waarschijnlijk is hij de eenige Sirene van den Mexicaanschen zeeboezem.

Voor zoover thans bekend, bewoont deze Dolfijn bijna alle stroomen van Zuid-Amerika, tusschen 10 en 17° Z.B. In den Amazonenstroom en zijne bijrivieren, alsmede in den Orinoko is hij overal een bekende verschijning.

In de groote bosschen langs den bovenloop van den Maranon en den Orinoko wordt de meest algemeen verbreide soort van dit geslacht zeer veelvuldig aangetroffen. Deze is de Satan-aap, de Kuxio van de Indianen (Pithecia satanas), een dier van 55 cM. lichaamslengte met een bijna even langen staart. De nagenoeg volkomen ronde kop is gekenmerkt door een soort van muts, die uit niet zeer lange, dicht aanliggende haren bestaat, welk van een gemeenschappelijke kruin aan het hoogste gedeelte van het achterhoofd uitstralen en op het voorste gedeelte van den kop een scheiding vertoonen. De wangen en de kin zijn omgeven door een dikken, zwarten baard. Geen dandy zou baard en haar beter in orde kunnen houden dan dit schoone dier, zegt Kappler. De beharing van het bovenlijf is dicht, maar niet lang, die van de onderzijde daarentegen dun; de staart is zeer ruig. De volwassen mannetjes en wijfjes hebben een zwarte, aan den rug roetkleurig-vaalgele, de jongen een bruinachtig-grijze kleur. Velerlei afwijkingen komen veelvuldig voor. Volgens Kappler wordt dit dier in Guyana Xiu (Schiu) genoemd; het dier is hier niet veelvuldig, leeft in kleine familiën van 4