United States or Guernsey ? Vote for the TOP Country of the Week !


"O, Miss Eva, ik weet niet hoe ik zonder u leven zal!" riep de getrouwe oppasster uit. "Het is alsof alles op eens uit het huis wordt weggenomen," en Mammy gaf zich over aan hare hartstochtelijke smart. Ophelia duwde haar en Tom zachtjes de kamer uit en dacht nu dat allen weg waren, maar toen zij zich omkeerde, stond Topsy daar nog. "Waar zijt gij vandaan gekomen?" zeide zij bevreemd.

Het was een gevoel, dat hij ook vroeger bij zijne moeder had ontwaard; maar in zijn binnenste was geene snaar, die daarmede in overeenstemming trilde. Na dien tijd verminderde Eva snel. Er was geen twijfel meer aan den afloop; de teederste hoop kon zich niet meer verblinden. Hare fraaie kamer werd nu geheel en al een ziekenvertrek, en Ophelia nam nacht en dag den post van oppasster waar.

Eindelijk waren allen vertrokken, behalve Tom en Mammy. "Hier, Oom Tom," zeide Eva, "hier is een mooie voor u. O, ik ben zoo blij, Oom Tom, als ik denk dat ik u in den hemel zien zal, want dat zal ik zeker; en Mammy lieve, goede, vriendelijke Mammy," zeide zij, teeder hare armpjes om hare oude oppasster slaande, "ik weet, dat gij daar ook wel zult zijn."

"Notaris naar Midland" antwoordde Doedes: "boodschap gestuurd komen als hij terug is." Dit verwijl scheen den lijder te hinderen: hij deed eenige moeite om zich in 't bed op te richten: zijn bedoeling bemerkende, trad de oppasster, die hem verzorgde, toe, en met behulp van deze gelukte het hem een zittende houding aan te nemen.

Het helderblauwe oog en de lachende mond van zijn zoon waren alleen in staat, het als met eene ijskorst omgeven gemoed van dezen man te verwarmen. »Waar is mijn zoon?" vroeg hij den eersten den besten hoveling, die hem tegenkwam. »Zoo even heeft de koning prins Necho en zijne oppasster laten halen," was het antwoord.

Toen deze kwam, vond hij aan de sponde van den zieke eene oppasster, die De Coster in zijn verheven en grenzenloos medelijden met de onterfden en ongelukkigen, bij zich genomen had. Deze arme vrouw, die bij den zieltogende waakte, was zelve het toonbeeld des doods; heel haar aangezicht was ingevreten door zweren.

Met het verfrisschend gevoel van de hoop op een nieuw, beter leven naderde hij 's avonds ten nege ure zijn huis. Uit de vensters der kamer van Agasija Michailowna, de oppasster zijner jeugd, thans zijn huishoudster, viel het licht op de besneeuwde voorplaats van het huis. Zij sliep, dus nog niet. De door haar gewekte Kusma ijlde barrevoets en slaapdronken naar de buitentrap.

Op ditzelfde oogenblik ging de stulpdeur open, en Marretje, des boschwachters dochter, die, nadat haar moeder weer was bijgekomen, door deze was uitgezonden om een buurvrouw te halen, ten einde bij de zieke te waken, kwam springende en in de handen klappende terug, de oude boerin bij de hand geleidende, welke de taak van oppasster zoude waarnemen.