United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niets was aan deze poppen vergeten; wij moesten de opmerkingsgave, zoowel als de gave, om het geziene weer te geven, bewonderen.

Dat hij een man was vol geest, een liefhebber van scherts, met een scherpe opmerkingsgave voor het dwaze en lachwekkende in toestanden en personen, ziet ieder terstond die zijn trekken gadeslaat, zooals Holbein de jongere ze weergaf. Uit zijn oog spreekt het vernuft, de spotachtige trek ligt duidelijk geteekend om den mond.

De Skipetaren hielden mij klaarblijkelijk voor een weinig ontwikkeld persoon met zeer weinig oordeel en opmerkingsgave, want alles wat ze deden en zeiden was voortdurend met elkaar in tegenspraak, wat zelfs den meest eenvoudigen mensch moest opvallen.

Des te meer moet het de bewondering van alle Nederlanders wekken, dat deze vreemdeling, door fijne opmerkingsgave en langdurige nauwgezette bestudeering van zijn moeilijk onderwerp, zich zóó uitnemend goed op de hoogte van den toestand heeft kunnen stellen en er zulk een juist beeld van heeft kunnen ontwerpen. Op dat punt zijn wij, Nederlanders, waarlijk niet verwend!

Juffrouw Willems, in 't eerst eenigszins ontdaan plotseling den man voor zich te zien tegen wien zij innerlijk met bitterheid was vervuld, was later over die eerste emotie heengekomen in haar schik eens met hem samen te zijn zonder haar echtgenoot om eens terdege hare grieven te kunnen luchten, en reeds beschouwde zij Roestink met zeker welbehagen als hare zekere prooi; doch er was iets in het beleefd, maar koel en kort afweren van hare aanvallen, dat haar waarschuwde niet al te vast op de zegepraal te rekenen. Willems had het haar meer dan eens gezegd dat hij geen alledaagsch man was, zij had het nooit zóó diep gevoeld, zóó goed begrepen als op het oogenblik zelf, waarop ze meende hem in hare macht te hebben. Inderdaad toen Antje met zooveel sans gêne van hem sprak als van een jeugdigen spring-in-'t-veld, had zij zeker meer het oog op zijn verschil van leeftijd met Willems, dan op zijne persoonlijkheid. Hoewel hij zeker de dertig nog niet had bereikt, gaf hij volstrekt niet den indruk van »groote jeugd," allerminst van jeugdige lustigheid. Het is waar, zijn gelaat had iets fijns en teers dat op vol rijpen leeftijd verloren gaat, maar zijne trekken waren zoo sterk sprekend en zoo vol uitdrukking, dat men bij eenige opmerkingsgave terstond een karakter zag in deze physionomie. Geen frisch jeugdig blosje kleurde de geelbleeke tint. Om het breede beenige voorhoofd viel het zware gitzwarte haar eenigszins ongeordend neer; als het hinderde werd het door den eigenaar maar een weinig ter zijde geschoven et voil

Vergun mij echter er mijn hart lucht over te geven, eer ik het ter vergelijking bezig. Het schijnt, dat velen onzer sprekers de opmerkingsgave ontzegd is, hoe in het openbare leven, zelfs in gezelligen, beschaafden omgang, de driften heerschappij uitoefenen over de menschelijke stem. Zij eentoonig? de schaal der muzijk is bekrompen bij de hare.

Ik was veel met hem samen, ik verdiepte mij in zijn gevoelens, en vernam zijn meening over onderwerpen van letterkunde en smaak; en over 't geheel durf ik stellig te beweren, dat zijn geest zeer ontwikkeld is; zijn vermogen om literatuur te genieten buitengewoon groot, zijn verbeelding levendig, zijn opmerkingsgave juist en scherp, en zijn smaak verfijnd en zuiver.

Een groot aantal ooievaars was, daar het winter in Noordelijk Europa was, in het land aanwezig. Zooals de lezer wel weten zal, zijn dat vogels, tot het geslacht der steltloopers behoorende, van zeer kuische zeden, die eene buitengewone schranderheid gepaard aan eene groote opmerkingsgave bezitten.

De schrijver die eene groote opmerkingsgave bezat, heeft hoofdzakelijk de bewoners van den Peel, Maas, Niers en hunne omstreken op het oog, waarom hij dan ook vooral met plaatselijke omstandigheden, grond, weersgesteldheid en gebruiken rekening houdt.

Nog een bewijs van goede afkomst en opvoeding, dat echter aan de opmerkingsgave van Koppelman was ontgaan, maar niet aan die van Frits, leverden zijne handen, wel niet week en mollig als die van een leegloopenden fat, maar fijn en welgevormd en met aristocratische zorg onderhouden; men begreep het, forsch als ze waren, hadden zij zich niet ontzien om een scheepstouw aan te vatten of een zeil te reven als het nood deed; maar men moest er geen pek op zien kleven, dát was zeker een punt van zijne ambitie geweest zoolang hij in zeedienst was.