United States or Christmas Island ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een ondraaglijke hitte kwam tot ons over en de brandende lucht zou ons weldra de ademhaling beletten. Talrijke vuurspranken vielen reeds op onzen trein neder, die evenwel, zeer gelukkig, in zekere mate door de stortvloeden beschermd werd, doch blijkbaar niet tegen den rechtstreekschen aanval van het vuur bestand zou zijn.

Gelukkig zonden diegenen, die aan wal waren gebleven en die zich bewust werden van onzen kritieken toestand, een tweede boot uit tot onzen bijstand; er werden in de boot twee roeiers geplaatst met frissche krachten, en dank zij dezen steun was het ons mogelijk, de paketboot weer te bereiken.

Wij vervolgden onzen weg naar de Wannoni-baai, De pas ingescheepte Kanaken verzochten mij, of ik hen op mijn register wilde inschrijven. Ze wisten, dat die plechtige formaliteit onmisbaar is, als hun contract geldig zal zijn.

"Het duurde niet lang of het begon te donderen; zonder ophouden rolde de donder en flikkerden de bliksemstralen tusschen de bergtoppen rondom ons; de wind, die de temperatuur tot bijna op nul had doen dalen, drong verstijvend door tot op ons gebeente. Huiverend zaten wij daar bijeen, en onderzochten onzen voorraad.

De soorten, die in dezelfde levensomstandigheden blijven, zooals op den bodem der zee, blijven onveranderd voortbestaan, een groot aantal leeft nog in onzen tijd.

Wanneer alles rustig was, en wij den vorst over onzen vrede en onzen voorspoed zegenden, dan waren de Tancmars nacht en dag er op bedacht om door listen en lagen de Erembalds, de Kerels en de poorters te verbitteren, en zoo 's lands rust te storen. Zij hebben den graaf verleid tot onrecht en verdrukking en zij zijn dus de ware moordenaars van onzen armen vorst ..."

Nog dienzelfden avond begaf ik mij met een brief van onzen consul naar de wijk Guardia mangia Piet

Het toeval heeft gewild, dat de heer Davis daar juist een der belangwekkendste ontdekkingen heeft gedaan uit onzen tijd. Het graf van koningin Tia was inderdaad onaangeroerd, ofschoon er in den romeinschen tijd dieven aan het werk moeten zijn geweest. Maar die bepaalden zich ertoe, de juweelen weg te nemen en ze raakten al het andere niet aan.

De dragers lichten de baar op; hun schouders schokken en hun knieën beven van innerlijke kou. Wij volgen. Achter ons sluit zich het geringe overschot der dorpsbevolking aan. De grafkuil opent zich op weinig schreden. De gapende diepte ontvangt haar bewoner. Het klokgebom boven ons hoofd en het golfgeklots aan onzen voet begroeten den vluchteling, die is weergekomen. Nu dreunt de klok uit.

Geeft het eerste deel van den roman ons vooral eene "minnekonst"; in het tweede vinden wij de minne verbonden met allerlei anderslachtigs: wijsbegeerte, godgeleerdheid, natuurwetenschap, satire tegen de vrouwen, de geestelijke orden, de grooten, de koningen zoodat wij aan onzen MAERLANT gaan denken . Van dien aard is het werk dat door HEYN VAN AKEN half bewerkt half vertaald is.