United States or Lesotho ? Vote for the TOP Country of the Week !


Dikwijls bekroop mij het verlangen weer op dien hoogen berg te stijgen en het uitzicht te hebben op de oneindige wereld. Maar tevergeefs wachtte ik op den goddelijken geest en de onzegbaar heerlijke nabijheid; en klagende ging ik van de hoogte af, bitter weenende".... Zoo scherp was de val. De vrije geest, en de scheppende verbeelding moesten bukken onder het wicht van den tijd.

En vol liefde-angst zagen hare azuren oogen hem aan... En hij herkende haar... Eénmaal had hij haar gezien ten tornooie... En hij had hare mouwe, die zij hem had gereikt, geslingerd rondom zijn helm... En sedert had hij haar gezien, tallooze malen van onzegbaar geluk, in zijne droomen... Ysabele... murmelde hij. Gwinebant... stamelde Ysabele. En hare witte handekens reikten hem toe.

En terwijl ze nu de duiven voerde en genoot van het dwarrelend vleugelgefladder zóó dicht bij haar gezicht, dat het was als een omademing, wanneer de witte wiekjes haar wangen bijna raakten, sloot ze de oogen, om terug te zijn in dien zaligen tijd, om vast te houden het beeld van den liefste en opnieuw te ondergaan het onzegbaar geluk van den lang geleden Venetiaanschen morgen met hem, hier tusschen de duiven.

Want het grootste deel van zijn reis, terwijl hij aldoor nog tijd in overvloed, een lange leegte van werkloos-zijn voor zich wist, had hij meer aan zijn eigen daaglijksche dingen gedacht, en aan de reis zelf, dan aan het doel, of hij had aandachtig zitten kijken door de raampjes van de stoomtram eerst, en later van de treincoupé, naar de landen en boomen en beesten, frisch van kleur en helder omlijnd in 't licht van den vroeggekomen herfst, naar de luchten vooral, het eeuwig wisselende hemelschouwspel, waar hij nooit genoeg naar kijken kon en van genieten, de wijde luchten, die hij zich gewend had altijd om en boven zich te voelen als een blijvende wijkplaats van vertroosting, als een nooit hem verlatend teeken van het groote schoone dat onzegbaar is, maar alom tegenwoordig en zoo zeker te weten.... Hij had zich gewend in de kleinste hut de oneindige ruimten om zich heen te voelen; de sterren te zien schijnen door de zoldering van zijn slaapkamer.... Paul was schilder.

Ze zijn bekoorlijk, die Maltezer vrouwen; ze schijnen van de rotsen een tint als van doorschijnend ivoor te hebben aangenomen. Meestal zijn ze niet groot en hebben fijne trekken, iets onzegbaar teêrs, en haar groote oogen hebben een zachten glans onder de faldetta.

Niet om mij te verachten!... Lona, je kunt niet begrijpen hoe onzegbaar eenzaam ik hier sta in deze benauwde bekrompen maatschappij ... hoe ik jaar op jaar mijn eischen voor een bevredigende levenstaak lager heb moeten stellen. Wat heb ik eigenlijk gedaan, al lijkt het ook nog zooveel? Lapwerk ... prutserijen! Wat anders of wat méér wordt hier niet geduld.

Het ging door al zijn leden als een electrische schok, zijn diepste wezen sidderde hij staarde omhoog waar een paar heerlijke donkerblauwe oogen hem met onzegbaar verlangen aanzagen, zoodat een nooitgekend gevoel van hoogste zaligheid en diepste smart tegelijk, zijn borst als wilde doen springen.

Ik verlangde iets onzegbaar hoogs en verhevens, maar uiten kon ik het niet, hoewel het mij zelf heel duidelijk was wat ik wenschte; ik wilde gelijk worden aan een bovenaardsch wezen en smeekte God mij mijne zonden te vergeven; neen, dat vroeg ik niet, want ik voelde dat, waar mij deze zalige oogenblikken geschonken werden, mijne zonden reeds waren vergeven.

Grijsgrauw de lucht, triestig, kil. Een fijne, koude motregen. Stil lag 't kamp, onzegbaar droevig, onzegbaar ellendig. Naast elkander de wagens, de lange roode, gele, blauwe kermiswagens; logge, vuile gevaarten verzinkend in slik. Naast elkander het gore wit der daken.

Zij schudde, lichtjes glimlachend, van neen. Zij voelde zich heel vreemd te moede, onzegbaar vreemd. Zij wist niet wat dit was, maar het was haar of heel verre perspectieven voor hare oogen opengingen, met wegdeiningen van horizont, bleek, in heel veel licht. Zij wist ook niet wat d