United States or Timor-Leste ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Edward's liefde," zei Lucy, "is tamelijk wel op de proef gesteld door onze lange, zeer lange scheiding sedert het begin onzer verloving, en zij heeft die proef zoo goed doorstaan, dat het onvergefelijk van mij zou zijn, haar nu te wantrouwen. Ik durf gerust zeggen, dat hij mij van den beginne niet één oogenblik reden tot bezorgdheid gaf in dat opzicht."

Gij zoudt mij dan belet hebben deze onvoorzichtigheid te plegen, die op mijn leeftijd onvergefelijk is...." »Onvergefelijk op iederen leeftijd, mijnheer," viel Hulda hoogst ernstig in. »Kom, treed binnen," sprak Joël. »Gij moet uitrusten." Alle drie traden de hut binnen, waarin zich eene boerenfamilie bevond, een vader met twee dochters.

Marianne zou het onvergefelijk van zichzelve hebben gevonden, als ze had kunnen slapen, den eersten nacht na het afscheid van Willoughby. Ze zou den anderen den volgenden morgen niet zonder schaamte in het gezicht hebben durven zien, als ze niet bij het opstaan grooter behoefte had gehad aan rust, dan toen ze ging liggen.

Het schoot er als een vogel over heen, maar op hetzelfde oogenblik bemerkte Wronsky tot zijn schrik, dat hij zelf de beweging van zijn paard niet gevolgd had, maar onbegrijpelijker wijze zich met een onvergefelijk slechte beweging op den zadel had laten vallen.

Nu dan ik schaam mij bijna het te bekennen ik gevoel mij onvergefelijk gelukkig. Ik was als betooverd, als door een ontzettend benauwenden droom bevangen, waaruit men plotseling ontwaakt, terwijl men dan ziet, dat die verschrikkingen volstrekt niet werkelijk bestonden. Nu ben ik ontwaakt.

Gardiner meende, dat het onvergefelijk zou zijn, zich verder niet met deze wilden te bemoeien, en de kiemen van beschaving en christelijk geloof, door de Vuurlanders van Fitz-Roy onder hunne stamgenoten overgebracht, te laten versterven. In 1850 vertrok hij uit Engeland, met den heer Williams, geneesheer-zendeling, den heer Maidment, architekt, en vier visschers van Cornwallis.

En dat door eigen schuld. Beschamend, onvergefelijk! En dat arme, lieve, te gronde gerichte paard; ach! wat heb ik gedaan!" Een troep volks, officieren van het regiment, de dokter met zijn helpers kwamen toegesneld en deden allerlei vragen. Tot zijn ongeluk voelde hij zich zelf ongedeerd. Maar het paard had den rug gebroken en moest dood geschoten worden.

Het is waar, dat men niet moet vergeten, in Soedan te zijn, maar daar de stad wel goede dingen aanbiedt, waar de officieren en de inwoners der plaats het rechte gebruik van weten te maken, is het onvergefelijk, dat het hotel er de reizigers niet van laat profiteeren.

Ons lot is geheel in zijne handen, en gij werpt hem verwijtingen naar het hoofd, die bijkans onvergefelijk zijn. Toch zal hij nog kunnen vergeven, indien gij niet volhardt bij uwe onzinnige afwijzing, ik ben er zeker van, want hij heeft u lief, ik heb dit lang geraden.

Ik ben een onverbeterlijk loshoofd die niet rusten kan in de ruste; ik heb zwaar en herhaaldelijk tegen de discipline gezondigd, een onvergefelijk vergrijp in de oogen van mijn vader, dat is zoo; ik heb veel geld verkwist, veel te veel, helaas! want ik heb geteerd op het ouderlijk erfdeel dat nog niet het mijne was, ik heb mijn vader meer gekost dan het blijkt dat hij geven kón; ik ontken mijne schuld niet, ik weet dat ik veel gedaan heb wat strafbaar is in de oogen der menschen, en als ik hard word bejegend, zeg ik tegen mij zelf: 'Rudolf, mor nu maar niet, je hebt het verdiend; maar dat alles belet niet, dat ik mij nog herinner, dat ik van afkomst een patriciër ben, de zoon van een eervol hoofdofficier, en dat ik ook nog mijn vonkje eergevoel heb, al meent gij dat het heelemaal is uitgedoofd; en daarom zeg ik u: met bedriegelijke handelingen van zulken aard als gij daar onderstelt, Francis, heb ik mij nooit ingelaten; ik zou nog eerder in een verlegen oogenblik een dief of een moordenaar kunnen worden, dan opzettelijk bedrog plegen, en ik heb nooit iets gedaan dat iemand het recht kan geven mij als falsaris aan te zien, en gij, Francis! gij die wel mijne schuld maar ook mijne rampspoeden kent, gij die, begaan met mijn ongeluk, zoo dikmaals voor mij gesproken hebt, hoe komt zulke schrikkelijke verdenking tegen mij bij u op?"