United States or Denmark ? Vote for the TOP Country of the Week !


De rijke en smaakvolle tooisels der dames van het Huis der Keizerin, de kostbare en verblindende costumes der groot-officieren, der hooge ambtenaren, der aides-de-camp en ordonnance-officieren, het civile en militaire Huis des Keizers uitmakende, de rijke mengeling van uniformen der officieren van land- en zeemacht, de met goud geborduurde kleeding der hoofdambtenaren van verschillende burgerlijke administratiën, de menigte van ordelinten, grootkruisen, versierselen van alle ridderorden in Europa, zetten aan de plechtige ontvangsten en feesten aldaar een ongemeenen luister bij.

Ik kon tevreden zijn met mijn deel, daar ik het plan had altijd vooraf het vierde gedeelte van mijn ontvangsten achter te houden en daarna nog het vierde deel van de rest kreeg, zoodat wiskundig berekend bijna de helft van de geheele ontvangst voor mij was. Dit maakte mij vol ijver voor de geneeskunde.

De koning heeft steeds een mignon en titre, in dezelfde kleederen gedost als hij, op wien hij steunt bij ontvangsten. Dikwijls zijn het ook twee vrienden van gelijken leeftijd, doch verschillenden rang, die zich gelijk kleeden, in één kamer, soms ook in één bed slapen. Op dezelfde wijze hebben vorstinnen een vertrouwde vriendin, die zich gelijk kleedt, en mignonne genoemdt wordt.

Men moet zijn tijd nemen. Maar wij gaven ons den tijd niet meer; de ontvangsten werden dan ook geringer; terwijl tevens het overschot van onze twintig gulden met den dag kleiner werd. Wel verre van geld over te leggen, teerden wij van ons kapitaal. Laten wij ons haasten, om bij De Zwaan te komen, zeide Mattia. En ik zeide met hem: laten wij ons haasten.

Hij stelt zich voor, vertooningen te geven in de steden en dorpen langs den oever, en zoo, door middel van zijne ontvangsten de kosten der reis bestrijdende, Neiva te bereiken. Den volgenden dag komen wij, tegen den avond, te Ambalema.

Eer wij de Regentenkamer weer verlaten, een enkel woord over de veranderingen, die de wijze van bestuur heeft ondergaan. Behalve de Regenten der godshuizen, die niet altijd komediegangers waren en zeker niet allen verstand van tooneelzaken hadden, waren er oorspronkelijk ook letterkundigen (of die er voor doorgingen) als Jan Vos en dergelijken, door Burgemeesteren tot hoofden van den Schouwburg aangesteld. Doch juist deze lieden, van wier medewerking men zooveel goeds hoopte, gaven aan alle zijden stof tot beklag. Vondel moest op zijn ouden dag ondervinden, dat men zijne treurspelen door tooneelisten van den tweeden en derden rang en met versleten kleeren spelen liet, en de ernstige lieden riepen wraak over de goddelooze stukken, die men vertoonde. Dat de klachten niet ongegrond waren, bleek daaruit, dat in 1672 de Regeering den Schouwburg deed sluiten, die eerst in 1678 weer geopend werd. Maar ook toen ging het in de eerste jaren met het bestuur daarvan alles behalve vlot: 't eerste jaar vertrouwde men het aan zes personen, van stadswege aangesteld; maar toen klaagden de Regenten der godshuizen, dat zij niets te zeggen hadden, waar 't hunne eigen stichting gold, en men gaf hun deel aan 't bestuur, ja men droeg hun in 1680 het geheele bewind over de ontvangsten en uitgaven op, waardoor nu op hunne beurt de andere hoofden ontevreden waren en hun afscheid namen. Maar 't zij dat die van de godshuizen, nu zij alleen weer meester zijnde, begonnen in te zien, dat zij voor hunne taak min geschikt waren: of dat die hun te lastig viel, 't zij, dat zij eene zekere boven eene onzekere rente verkozen, zij verhuurden in 1681 den Schouwburg voor f

Al die boeten gingen bij de inkomsten, en van al die ontvangsten werden jaarlijks maaltijden aangericht, waaraan al de leden der buurt met hunne vrouwen deelnamen. Somtijds hield men om de twee of drie jaren een maaltijd, waarbij de bewoners van andere buurten genoodigd werden. De maaltijden duurden gewoonlijk drie, wel eens vier dagen.

Maar deze gezelschapsliederen zowel als de vertelkunst die zich bij de ontvangsten op de hoven ontwikkelden, krijgen nu beoefenaars van professie in de schare van dichters en zangers die aan het hof leefden om en meer of minder ook van die liederen en berijmde vertellingen te dichten en voor te dragen.

Ik mag wel zeggen, dat met uitzondering van de intieme kennissen, enkele raadslieden en enkele weinige personen, niemand dat huis kent, dat als zeer particuliere woning van den khedive staat aangeschreven. Officiëele ontvangsten hebben er niet plaats en het publiek wordt er niet toegelaten.

De voorstellingen, die dan nog over blijven, worden verdeeld over de groote Europeesche steden. Wanneer Caruso te New-York optreedt, wisselen de ontvangsten algemeen tusschen de 70