United States or Uzbekistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het onmetelijke Mammouth-hol in Kentucky vertoonde wel reusachtige afmetingen, daar zijn gewelf zich vijf honderd voet boven een onpeilbaar meer verhief en reizigers er tien uur gaans in doordrongen zonder het einde te bereiken.

De diepte der drasgronden is verschillend, en hun lengte en dichtheid in verhouding van den goeden of slechten bodem daar onder. Soms is zulk een drasgrond drie of vier voet diep, soms acht of tien voet; soms is hij onpeilbaar. Hier is het slijk schier hard, ginds bijna vloeiend.

Een wirwar van clematis en andere klimplanten is tegen den steilen berg op gegroeid en omslingert de dennen. Het diepe azuur van het meer laat visschen bij myriaden zien. De watervlakte gaat door voor onpeilbaar, ten minste dat beweert de pandit, wat hem niet belet even stellig te beweren, dat er op den bodem een oude kluizenaar woont. Ziehier, hoe men dat te weten is gekomen.

Op korten afstand van die bronnen naderden de rotsen ten tweeden male bijna de zee, zoo dat de doortocht ook daar slechts door weinigen tegelijk kon geschieden, en bovendien vormde de zee bijna langs de geheele lengte van den pas een onpeilbaar moeras, waaruit niemand levend wederkeerde.

In het werk "Des Polynésiens et leurs migrations" zegt hij, niet aan het autochthone der naturellen uit de Stille Zuidzee te gelooven. De waarheid is moeilijk te vinden in dat onmetelijke gebied van den oceaan, waar de vorming der eilanden, de ontwikkeling der fauna en flora en der volksstammen, alles onpeilbaar is als de horizons.

Dat riool verzwolg de stad en de wereld. Urbi et Orbi. Eeuwige stad, onpeilbaar riool. Voor deze dingen, zoowel als voor andere, geeft Rome het voorbeeld. Dat voorbeeld volgt Parijs, met al de domheid van beschaafde steden.

Zij wist het niet, maar het was zoo en zij kon er niets aan veranderen... Zij knikte hem even vriendelijk toe en reikte hem hare hand... zij moest zoo huichelen en terwijl zij Otto's hand vasthield praatte zij met Hijdrecht door over de nieuwe chanteuse-légère van de opera... Aanzien kon zij Otto niet, maar wel hem zoo vasthouden, al pratend... Zij hoorde nauwelijks wat Hijdrecht antwoordde: zij vloeide bijna over van onpeilbaar medelijden... daar stond hij, Otto, naast haar, daar hield zij zijne hand in de hare, daar voelde zij zijn zachten vriendelijken blik op haar rusten, zijn adem bijna heur haar beroeren, terwijl hij leunde op den rug van haar causeuse.

Was er geen middel om hier vandaan te komen? In mijn onvaste hersenen begon de droom opnieuw, en bracht ik de opening in de grot in verband met het graf, waarin ik zuchtte. Mijn wijd geopende oogen staarden strak in de duisternis. Misschien bespeurde ik ergens een gat, een spleet, een kiertje licht! Maar er was aldoor niets, niets dan een onpeilbaar zwarte afgrond.

Want dood.... wat was dood?.... Dood is 't eeuwige raadsel, is niets positiefs, een abstractie, even onpeilbaar als 't leven. Maar liefde, dat is het groote positieve, een bijna tastbare geluksstaat, voelbaar, hoorbaar, als de brand, die de tastbare dingen verteert.

Het besluit was, dat ze het niet zou doen.... Het mócht niet, het kón niet.... Zooals ze 't nu zag, zooals ze 't nu vóór zich voelde, begreep ze hoe slecht het zou zijn.... Nooit vroeger had ze het zoo gevoeld, zoo geweten wat het eigenlijk was.... Kwam dat door Paul alleen?... Of ook doordat ze 't altijd nog zoo ver af had gezien, zich er nooit nog volledig in weg-gedacht had, doordat er altijd iets dadelijk-noodigs te doen was geweest, en nog zóóveel om aan te denken, zóóveel om voor te zorgen, voordat die trouwdag kwam.... Als ze 'r vroeger aan dacht, 't zich verbeeldde, 't getrouwd zijn met Louis, dan had ze wel altijd gevoeld een armelijk gemis, een leegte onpeilbaar dat het niet worden zou, zooals ze gehoopt had, gedroomd, in visioenen gezien, in zalige bevingen vóórgeproefd..., maar dan was ook weer altijd gestegen in haar, gegroeid, tot haar ziel er van vol was, die hooge vereering voor God-de-liefde, dat innig geloof aan die groote macht, de al-omvattende, onbaatzuchtige, opofferende liefde.... En dan had ze de kracht gevoeld.... Maar als ze nu die ideeën in zich oproepen wou, ze in zich noemde die hooge begrippen, wier namen alleen-al haar vroeger zoo dikwijls hadden gesterkt..., dan hoorde ze niets dan leege woorden, matte geluiden, zonder ziel en zonder bezieling.... net was weg ... Paul had het weggenomen.... Paul had alles veranderd in haar.... Zij voelde nu niets dan haar eigen verlangen, naar hém!... Dát gloeide, dat brandde, dat was het eenige werkelijke.... En ze huiverde telkens als ze aan morgen dacht.... Morgen! morgen! het was zoo ontzettend dichtbij, en o! zij gruwde ervan, zij had er een afschuw van ... neen, neen! het kon niet, het mocht niet; vast was ze besloten!... 't Zou een misdaad zijn aan haar zelve, en aan Louis....