United States or Somalia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dat alles is waar," hervatte de Onderschout: "maar daar is bloed van onze poorters gestort: daar is schipper Harmen Harmsz., die zijn neus kwijt is, en de bakker aan de Nieuwsteeg, die een houw in 't been heeft, en anderen meer, die builen en blutsen hebben. Moet onze burgerij zich door vreemdelingen straffeloos laten mishandelen?"

Daar deze niet was komen opdagen, en de schipper verklaarde, dat de gehuurde roef ledig gebleven was, kwam de Onderschout alsnu eenvoudig verslag geven van het mislukken der hem opgedragen commissie, en de zaak liep voor 't oogenblik af met een schrobbeering, die Simon ontving, omdat hij zich had laten verschalken.

Dit zeggende, haastte hij zich naar de zijkamer; maar de persoon, dien hij verwachtte, verscheen niet: en, gelijk mij later bleek, was het alleen de Onderschout, die met een koets aan de Beerebijt de aankomst der Utrechtsche schuit had staan wachten, ten einde den Heer Bos bij het uitstappen te knippen.

"Juist! indien hij niet van hier is, moet hij zich hier nog bevinden," zeide de Naarder Onderschout, deze alleszins logische redeneering met een veelbeteekenend hoofdknikken verzeld doende gaan: "wat dunkt u er van, Heer Hoofdschout?"

"Schaam u, heer Onderschout!" zeide Deodaat: "zij waren honderd tegen één!" "Kort en goed," viel Reinout in: "gij zult uw gijzeling gerust kunnen gesloten houden; want ik joeg u liever allen in 't Sparen, eer ik het minste leed aan deze wakkere kerels gebeuren zag."

Maar Sinjeur Heynsz! wacht tot gij ten minste Onderschout geworden zijt, alvorens mij met dergelijke onbescheidene vragen lastig te vallen." Daar had UEd. het gezicht van Mejuffer Amelia moeten zien: het arme schaap werd zoo bleek als een doek.

"Al genoeg!" riep de Onderschout, aan wien Claes Gerritsz een waarachtig verhaal van het voorgevallene had pogen te geven: "de beide Friezen moeten naar de gijzeling, tenware zij borg stellen van op den eerstkomenden rechtsdag te zullen verschijnen."

En Heynsz keek ook zuur, dat beloof ik u; "Mijnheer!" zei hij: "gij moogt dan Van Beveren heeten of niet, maar al ben ik geen Onderschout, zoo zou er toch een Onderschout kunnen komen en u vragen doen, die u niet aangenaam waren." "Sinjeur!" zei de ander: "als er een Onderschout komt, zal ik hem antwoorden. Aan u ben ik geen rekenschap verschuldigd.

"Heer Onderschout!" zeide eindelijk Deodaat, den ambtenaar ter zijde trekkende, "ik mag u in dezen niets voorschrijven: maar een goeden raad wil ik u geven: bezin eer gij begint. Gij weet welk belang er de Graaf in stelt, de gemoederen in Friesland te winnen. Eene onvoorzichtigheid zoude aanleiding tot nieuwe onlusten en oorlogen kunnen geven." "Met dat al...." hernam de Onderschout.

Onder het uitspreken dezer woorden nam hij een handvol geld uit de tasch en wierp het den Onderschout voor de voeten. "Wat u betreft," vervolgde hij, zich tot de Ridders wendende, "grooten dank voor uw tijdige hulp, zonder welke Seerp Van Adeelen Friesland nooit had kunnen teruggezien.