United States or Suriname ? Vote for the TOP Country of the Week !


In een pastei die de keizerin de volgende dag aan de vrouw laat brengen om voor de kersen te bedanken, ligt een mededeling hoe de ontmoeting plaats zal kunnen hebben. In de woning van de oude vrouw wordt een onderaardse kamer gegraven en daar wordt Parides in verborgen.

Hier komen ze aan allerlei fantastiese eilanden: het eiland van de grote mieren en de grote vogels, het eiland der zwarte Wenenden en der Lachenden, het eiland waar alles van kleur verandert en het eiland van de verschrikkelike smeden, de »ile des forgerons", waar er geen gras groeit, maar waar men overal sintels vindt en hamerslagen hoort en blaasbalgen van de onderaardse smidsen, men denkt hier allicht aan de Hekla en IJsland.

Verscheidene Keltiese sagen behandelden b.v. de verhouding der mensen in zake de liefde betreffende, tot de onsterfeliken. Mannen die b.v. uit het land des Doods opgestaan zijn of mannen uit het onderaardse feeënland die een vrouw onder de sterfeliken liefhebben. Of, gewoonlik, feeën die sterfelike mannen hun liefde aanbieden.

Dan was er al die andere hekserij en duivelskunsten, waar de klerken der oudheid van wisten te vertellen. Waternymfen zoals die ook in Bretagne voorkwamen; zeemeerminnen en sirenen die »een lied zingen dat musica heet, en dat de schippers in 't verderf stort"; de kleine duivel Spin (d. w. z. Sfinks) die alle mensen in de afgrond wierp, welke zijn raadsels niet konden oplossen; de tovenaar Virgilius die even ervaren was in de zwarte kunst als Merlijn bij de Britten, en allerlei snuggere mechanismen op 't Capitool te Rome aanbracht ter bescherming van het Romeinse rijk. Toverij moet er ook geschuild hebben, dacht de trouvère, in die geschiedenis van een vorst die een witte koe bezat die zulke heerlike melk gaf en die hij door een man met honderd ogen liet bewaken, of in het verhaal van de koningsdochter Ariadne, wier vrijers allemaal naar een grote tuin gebracht werden, die zodanig ingericht was dat niemand er weer uit wist te komen, terwijl er nog een lelik beest van een leeuw ook in huis hield. Maar 't alleraardigste in al die klassieke feeënverhalen was dat van koning Orpheus wiens koningin Heurodis naar 't onderaardse feeënrijk van Pluto weggevoerd was. Wanhopend trekt Orpheus weg en leeft als een wildeman alleen in 't bos: alleen zijn harp heeft hij meegenomen en alle wilde dieren komen naar hem luisteren als hij daar op speelt. Dikwels ziet hij daar in de stilte van het bos de Alfenkoning op jacht met zijn gehele gevolg en onder de vrolike dames daaronder ontdekt hij op een zekere dag zijn geroofde vrouw. In zijn speelmanskleedij gaat hij met de stoet mede door een opening in de berg naar het prachtige slot van de Alfenkoning en d

Haar tranen vloeien in stilte op de koude grond harer gevangenis; zij klaagt de Hemel haar droefheid; zij roept u, mijn vader, zij roept ons allen om lafenis en wie antwoordt haar? De sombre weergalm der onderaardse kuilen van het Louvre! Ziet gij ze niet, bleek als de dood zwak en mager als een stervende bloem, met haar armen tot God hoort gij ze niet, die roept: o mijn vader, mijn broeders!

In de andere lais keert de ridder na een »heure du berger", naar de mensenwereld terug, maar nu is hij altijd rijk en opgewekt en heeft nog steeds, wanneer hij maar wil, ontmoetingen met zijn geliefde; alleen heeft de onderaardse schone hem verboden op straffe van haar te moeten verliezen, iets van deze zaak te vertellen. Maar nu wordt ongelukkig de koningin op de jonge ridder verliefd.