United States or Colombia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was te veel haar zoo te hebben in zijn armen, haar warmte in z'n borst, en niet te zeggen: 'k heb je lief, haar niet te kussen, maar enkel door te blijven loopen..., een lastdier ... zonder menschelijk gevoel ... machine ... of eunuuch.... Hij hijgde korter, en 't was niet moeheid, maar het onbedaarlijk wild verlangen dat zijn borst dicht schroefde, branden deed zijn slapen, mond en keel, de handen waar haar levend lijf in lag.... Hij liep al sneller, hijgend, zwijgend voort, dorst niet meer kijken naar dat bleek gezicht met groote schitter-oogen, dat nu, zoo stil en in volkomen overgaaf, tegen hem aan lag, de armen om hem heen....

»Wat is hier aan de hand, Bobvroeg de laatste. »De volle waarheid, hoor jongen, zooals ik dat van je gewoon ben.» »Ja, Bob, spoedig, spreek, eer het te laat iszei zijne Moe, wie ook de angst op het gelaat te lezen stond. »Pa, wij hebben de vredespijp gerooktzei Bob. »Pfff, wat ben ik ziekMijnheer de Wild begon onbedaarlijk te lachen. »Gerookt? De vredespijp gerookt? Ha-ha-ha!

Leentje de oudste, was onbedaarlijk om mijnheer en mevrouw en de juffrouw aan te toonen, hoe ze dit hier en dat daar, en ziet u, ginder de "eetisjeere" en achter de "kouseuse", geplaatst had; onbedaarlijk om te verhalen, hoe ze Krisje, haar keukenkameraad, maar haastig aan den pot had gezet, omdat mijnheer en mevrouw en de juffrouw wel honger zouden hebben, terwijl ze er in éénen adem ofschoon zachter tot mevrouw bijvoegde: "Weet u, vermisel, spersjes, kalfsg'hakt, doppertjes, kropsla en nog ies," welk laatste, men kon het aan 't geheimzinnig knippen, van haar linkeroog bespeuren, een verrassing moest wezen.

Ik ben Tristan van Ermonie, uw neef en dienaar, hij, die aan uw hof placht te vertoeven en die sindsdien naar verre landen is getrokken." Hierop barstten alle aanwezigen in een onbedaarlijk lachen uit; het was ook al te dwaas, de vergelijking tusschen Tristan's fiere, mannelijke gestalte, zooals zij allen die zich zoo goed herinnerden, en deze onnoozele narrenfiguur!

Met een zonderlinge uitdrukking van dwaze verwondering ziet Strijkman vrouw Juttner aan, die onbedaarlijk lacht, nu en dan naar haar zoon Kobus, die bij het venster staat, kijkt en, op hem wijzend, giegelend zegt: "Wou je zijn stiefvader worden? God beware hem er voor!"

"En toen?" vervolgde de burgemeester. "Dat hebben zij gedaan," zei Jan. "Maar dan zitten op 't oogenblik die twee jongens onder het raadhuis opgesloten, in plaats van jelui!" riep de burgemeester uit. "Dat zal dan zoo wel wezen, burgemeester," zei Jan. De menschen schoten in een onbedaarlijk gelach, want zij vonden de geheele zaak verbazend grappig.

En een goedig student ging met de muts zijn kameraden rond, die er allen een kleine munt in wierpen. Tamalone bedankte, stak de duiten weg en deed onder gedurig giegelen zijn verhaal. Aan het eind klonk er onbedaarlijk schateren, dat in het groepje ruimte deed ontstaan, waar de monnik gebruik van maakte om, lachend en knikkend, schielijk heen te gaan in het felle licht buiten de galerij.

"Wel, wel, is het zoo erg? Nu, vertel dan maar op, en zonder omwegen of leugens, versta-je?" "Jawel, burgemeester. Die rakkers ontzien zich zelfs niet, ons, autoriteiten en gezaghebbers, tot mikpunten voor hunne aardigheden te kiezen." De burgemeester begon onbedaarlijk te lachen, zeer tot verbazing van Flipsen. "Zoo, wat hebben ze dan gedaan?"

"Niet zóó," bracht Han in 't midden, en nu brák de spanning: Else wierp de sarong af, liet zich neervallen op den schoorsteen en barstte in 'n onbedaarlijk lachen uit; Go liep heen en weer, van den eenen kant naar den anderen, telkens weer wat afgooiend, wat 'n nieuwe proestbui veroorzaakte, en Han, wat vaderlijk, want hij was al vierde-jaars, keek naar de uitgelaten, knappe, gezonde kinderen, zachtjes meelachend, en dan weer zeggend: "Maar bedaar toch; wat is er nu eigenlijk gebeurd?

Ook mijn vrienden pareerden. Halef begon onbedaarlijk te lachen. Wel, man, wat wilt gij van ons? vroeg hij. Gij trekt een gezicht alsof gij uw eigen bepleisterden kop ingeslikt hadt! Hondegebroed! siste de Miridiet. Maakt gij u soms zoo boos, omdat gij niet vindt, dien gij zoekt? Wel, kijk dan eens achter u. Hij deed het, en zag mij, op ongeveer vijftien pas achter zich. Zoekt gij mij? vroeg ik.