United States or Anguilla ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Ik geloof het insgelijks," mompelde de Saloc. "Welaan, ik trek mijn voorstel in," zeide de offeraar. "Laat ons eten." "Eten, eten, eten; nog eten, altoos eten!" klonk het tegen de gewelven, terwijl de kinderen en vrouwen, door huppelen en zegevierend handgeklap, hunne blijdschap betuigden.

Niemendal bewaren!" riep de dochter Norica woedend uit. "Gij zoudt onzen Ortolaan alleen willen opeten? Niet te doen: wij zullen er vandaag aan smullen tot middernacht!" "Zwijg, onbeschofte vreetster," wedervoer haar vader. "Gij hebt niets te zeggen: ik alleen mag hier beslissen, en, denk ik het raadzaam, aan den wensch van den offeraar toe te geven...."

Gij zoudt voorwaar in dien deftigen grijsaard, wiens hoogepriesterlijks kleeding Vondel zelf tot in de kleinste bijzonderheden heeft voorgeschreven, den vroolijken offeraar aan de godin Bierana en den god Brandemoris, Harmen Van Ilt, niet herkennen. Die voor de Rei van Priesteren 't woord voert, is de letterzetter Frans Schuylingh.

Jacobus werd op de groote tafel geheven; men kroonde zijn hoofd met verdorde festoenen, hing hem eenige gekleurde lapjes op borst en schouders, en zette eenen stoel tegen zijnen rug, opdat hij niet achterover viele. De offeraar haalde eene rol perkament uit de tasch van zijn kleed, en begon prevelende te lezen wat daar op geschreven stond.

De Saloc, terwijl hij met welgevallen in de gezwollene wangen van het slachtoffer putjes duwde, zeide tot den grijsaard: "Malsch en vast als caoutchouc. Wat dunkt u van onzen Ortolaan?" "Waarlijk een echt koningsbeestje," mompelde de offeraar met bewondering. "Indien er wat van overblijft, zou ik u aanraden mij een ribbenstuk geschenk te doen." "Ik bespreek het hart en de lever!" riep Norica.

De andere was een grijsaard, geheel gekleed in grauw lijnwaad; op het hoofd droeg hij een witte kap met afhangende vleugels, evenals de beelden der oude Egyptische priesters. Ongetwijfeld was hij de offeraar dezer onmenschelijke schurken. Beiden naderden tot mijnen vriend Jacobus.

De offeraar lei zijn hand op 't offerdier als symbool van de overdracht zijner zonden. Dan werd 't geslacht en verbrand. De opstijgende rook kondigde 't herstel der gemeenschap met God aan. Nu wist de recht-geloovige Israëliet wel, dat 't bloed van stieren en bokken niet zoude reinigen. Maar Jesaja 53 sprak van een ander offer. Daarop zag de geloovige.

De generaal beloont de handigheid van den offeraar met een hoofdknik, stijgt van het paard en beklimt de trappen van eene estrade, die voor de poort van het paleis is opgeslagen.

"Voor mij de wangen! Ik wil de handen! Ik de voeten! Ik den borstlap!" klonk het van alle kanten. Maar de Saloc hief zijne knots boven den hoop schreeuwers, en deze bedreiging deed hen zwijgend terugdeinzen. Ondertusschen betastte de offeraar den armen Jacobus, evenals de beenhouwers doen bij het koopen van een beest, en hij bleef eene lange wijl zonder spreken.

Bij het offeren van eenig dier was het voor de divinatio van groot belang, hoe de ingewanden lagen en er uitzagen. Vooral de lever speelde hierbij een belangrijke rol. De lever had eene pars familiaris, waaruit de offeraar de toekomst opmaakte voor zich en zijn volk, en eene pars hostilis.