United States or Palestine ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen gebeurde het op een dag, dat Nino geld noodig en hij wist geen beter middel dan naar den pastoor te gaan, niet naar don Matteo, maar naar zijn voorganger, den ouden don Giovanni. "Uw Hoogeerwaarde," zei Nino tot hem, "mijn broer verzoekt u om vijf honderd lire." "Waar moet ik vijf honderd lire vandaan halen?" zei don Giovanni. "Mijn broer heeft ze noodig, dringend noodig," zei Nino.

Toen beloofde de oude don Giovanni het geld te geven, indien hij slechts tijd kreeg om het bijeen te brengen. Nino wilde hem nauwelijks die voorwaarde inwilligen. "Ge kunt toch niet verlangen dat ik vijf honderd lire uit mijn snuifdoos zal halen," zei don Giovanni. En Nino stond hem drie dagen uitstel toe. "Maar neem u in dezen tijd voor mijn broer in acht," zei hij.

"Wie kan een vrouw verhinderen te spreken?" zei Nino. "Indien Pepa niets anders te doen heeft, dan kon zij ten minste het avondmaal voor ons bereid hebben," zei Toruddo. "Signora Gasparo heeft gezegd, dat haar man Pepa brood liet stelen, omdat zij hem...." "Moeder," viel Nino haar met vuurroode kleur in de rede, "ik ben niet voornemens mij op de galeien te laten zetten, ter wille van Pepa."

Hij schreef nu een' brief aan zijn' broeder, drukte hem daarin op het hart om toch op alle mogelijke wijzen de ontdekte goudmijnen te laten ontginnen, en vooral te zorgen, dat de inboorlingen onder bedwang bleven. Na dezen brief in handen te hebben, vertrok Nino, en thans zond Columbus aan den Koning en de Koningin bericht van zijne aankomst.

Zijn familie genoot een heel ander aanzien dan vroeger. Zij werden als machtigen geëerd, zij behoefden nauwelijks te werken, want Falco had zijn bloedverwanten lief en was zeer mild jegens hen. Maar hij was niet toegevend, hij was zeer streng. Moeder Zia was overleden. Nino was getrouwd en woonde nu in zijn vaders hut.

Nino was inmiddels alweer in Spanje terug gekomen, en inplaats van aan de Monarchen de brieven te zenden, welke de Adelantado hem medegegeven had, berichtte hij zijne terugkomst met de drie schepen, geladen met goud.

En voor hem uit slingert zijn schaduw, lenig en beweeglijk als een slang. Donna Silvia herinnert zich plotseling, wat zij Catherina, die getrouwd is geweest met Nino, eens heeft hooren zeggen. Men vroeg haar, hoe zij Falco na twintig jaar zou herkennen. "Zou ik den man met de slangeschaduw niet herkennen?" had zij geantwoord. "Die verliest hij niet, zoolang hij leeft."

Columbus wilde hiervan niets weten, doch als men kort na dit voorstel niet Cadiz bereikt had, zou hij er wel gevolg aan hebben moeten geven. Het was den elfden Juni toen ze daar aankwamen. Columbus vond in de haven drie schepen, die met levensmiddelen geladen waren en gereed lagen om, onder bevel van Don Pedro Alonzo Nino naar Hispaniola te vertrekken.

"Weet je dat al?" vroeg Nino. "Ik wilde het je juist gaan vertellen." Nu werd Falco strenger. "Nino," zei hij. "De pastoor is mijn vriend en hij meent nu dat ik hem had willen plunderen. Je hebt zeer slecht gehandeld." En hij legde zijn geweer aan en schoot Nino dood. Toen hij dit gedaan had, wendde hij zich tot don Giovanni, die van schrik bijna van zijn ezel viel.

Geen echter zoo vlug als Pedro Alonzo Nino, die Columbus op zijne eerste en derde reis vergezeld had. Hij ontving van De Fonseca eene zelfde volmacht, als De Hojeda gekregen had, en in gezelschap van Christoval Guerra stak hij, slechts weinige dagen nadat De Hojeda vertrokken was, van Palos in zee met een klein vaartuig, dat slechts vijftig ton inhoud had.