United States or Sierra Leone ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij waren dronken, zij smeekten hem grotesk, sloegen hun kleêren open en op, toonden, lonkende, naaktheden en de andere gasten lachten, bulkten, brulden. Ook Nilus lachte wel even, goedsmoeds, bedenkende, dat hij ze toch niet kòn de deur uit zetten, ter wille van de godin Rheia Kubele, die zij mede voerden.

.... Bij Nilus of in het huis van den voller.... Dat hij ze hier iederen avond zoû kunnen zien.... De wacht was niet altijd de zelfde? Nou ja.... ze kenden nu bijna

Colosseros, zit hij bij Nilus soms? Weet ik het? Heb jij dan niet bij Nilus ge-avondmaald? Ik avondmalen.... Bij Fabulla? Ja, bij Fabulla.... Colosseros hield nog steeds een vuist om ieders nek. Hij liet ze nu los, lachte om ze, goedmoediglijk, streelde ze om de kinnen ten teeken, dat hij ze vergaf: iedereen mòcht ze wel, al waren ze èchte bengels.

Maar overal ruimden de gasten hun plaatsjes in, o zoo nauwe, kleine plaatsjes, op een bank, op een bed, op een stoel, aan de punt van een tafeltje en Nilus zelve hielp de binnenslaven en de binnenslaven hielpen de keukenslaven en, werkelijk, de nieuwe porties werden voor gezet, rijkelijk, dampende, juist van de versch gevoede vuren af, die op nieuw snorden, beneden in de keuken: Picenum-broodjes....

Wij waren niet bij Nilus. Niet zeggen, hoor, dat je ons hebt gezien? Nóoit, verzekerde Cecilius plechtig. Nooit, echode Cecilianus. Valete.... Valete.... Zij gingen elkander voorbij. Zij gaan hun slag slaan.... .... slag slaan? Inbrekers dan? Natuurlijk.... Verbeeldt je, dat ze in ònze villa.... Inbraken?? De jongens giechelden. Wat was het wijd om hen rond en eenzaam.

Dat wil ik gelooven, zei Nilus, ter zij van Carpoforus; in Alexandrië is het nièt anders! En allen waren het met elkander eens, dat het overal het zelfde was. Ja, zeide de oudere Verus, verweerd grijsaard, uitgevochten.

Neen, neen, ik heb onze òude goden lief, onze goden vooral van Hellas! Die zijn de Schoonheid, de Kunst, de Poëzie, de Mythe.... die begrijp ik, die begrijp ik alleèn. Ik, in de Broederschap van Isis! Nilus is een dweper als de senex is.

Ze stonden op: ze wilden dadelijk naar Rome, naar Lentulus en Latinus, de beide "beroemden" opzoeken.... Zij renden naar den stal, om hun ezels te zadelen. Gaan jullie meê? vroeg de dominus aan de gladiatoren. Gaan we meê, Jager? raadpleegde Colosseros den lanista. Wij komen wel later, dominus, zei de Jager. We zien elkaâr wel bij Nilus. Van avond? Met de cena?? Ja, ja....

En de Prologus, op den voorgrond, reed te voorschijn, als Silenus op een ezel. Hij was de tweede senex van den troep, op den ezel van Nilus. Zie je, zei Nilus triumfeerend en wees den gladiatoren. Het is mijn ezel, waarop ik naar de markt ga!! Wij hadden best ònzen ezel kunnen verhuren, mompelden de bedel-Gallen ontevreden, nijdig.

Hièr zijn er geen! pochte Nilus. Niet te hard op dat zeggen, vriend caupo! Van dit volkje hier valt niets bij den Keizer te klikken.... Misschien zijn zelfs die voorname dames, die zich vermommen als een gladiator en een meid, wel verklikkers.... Ze komen hier al weken lang: het zijn niet meer dan emotie-zoeksters, weet je. O, emotie-zoeksters, vriend caupo? Is dat modern Romeinsch?